2e afd> 27 augustus 1981 g3
slechts tegen betaling van een vergoeding van vijf procent van het ex-
tra af te lossen bedrag, indien de aflossing plaatsvindt vödr 2 novem-
ber 1996te""W dat gedurende de verdere looptijd van de lening slechts
mogelijk zal zijn tegen betaling van een vergoeding van drie procent van
het extra af te lossen bedrag.
Geldnemer zal van zijn voornemen tot extra-aflossing van de lening ten-
minste zes ntaanden tevoren aan geidgever schriftelijk kennis gevcn. Deze
kenntsgeving is onherroepelijk en verpiicht gelnemer op de gestelde datum
de extra-afiossing te doen.
De bedragen overeenkomstig dit artikel afgelost, zullen gerekend worden
allereerst te zijn betaald in mindering van de laatste aflossingstermijn
daarna van de voorlaatste en zo vervolgens.
Artikel 4.
Alle aan geldgever verschuldigde betalingen zullen geschieden op zijn kan-
toor te 's-Gravenhage of bij een nader door geldgever aan te wijzen betaal-
kantoor. De betaiingen zullen geschieden in Nederlands geld, zonder kor-
tvng of schuldvergelijking en zonder kosten voor geldgever.
De betalingen zullen gerekend worden allereerst te zijn geschied voor de
voldoemng van de kosten, vervolgens van de boeten, daarna van de vergoe-
dingen, vervolgens van de rente en het laatst van de hoofdsom.
Artikel 5.
Indien geldnemer het aan rente of aflossing verschuldigde niet op tijden
overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 zal hebben voldaan, zal hij aan
geldgever, boven de in artikel 1 genoemde rente, betalen, als boete, een
bedrag gelijk aan vijf procent per jaar van het achterstallige bedrag over
de tijd van de nalatigheid.
Artikel 6.
Het onafgeloste deel van het bedrag van de lening is, met'de rente en de
kosten, onmiddellijk opeisbaar bij niet-nakoming door geldnemer van één of
meer van de in deze akte vermelde bc-palingen of aangegane verbintenissen,
tenzij geldnemer, na door geidgever aaîi zijn verplichtingen te zijn herin-
nerd, alsnog binnen veertien dagen na ontvangst van die herinnering het
verschuldigde, vermeerderd met de boete, voldoet en/of zijn overige ver-
plichtingen alsnog nakomt.
Geldnemer zal in-gebreke zijn door het enkele feit van het voorvallen van
het in het vorig lid bedoelde geval van onmiddellijke opeisbaarheid,