175 moment ergens zoiets zou gebeuren, zou men wel degelijk over s:hu1d kun- nen gaan praten, maar in die tijd was het een kollektieve schu'd ten aan- zien van dit soort problemen. Het blijvend moeten afschermen van het belt- terrein voor betreding heeft mevrouw Noorman direkt gekoppeld aan de even- tuele stort van de nu af te graven grond op de belt, één van de alternatie- ven die in het raadsvoorstel is geformuleerd. Spreker wijst erop dat men ook nu alzonder stort van de stoffen die in de woonschepenhaven zijn ge- vonden, helaas moet konstateren dat de belt een verdacht gebied is gewordenJ De enige reden waarom men daar thans niet verder graaft naar wat men daar eventueel nog zou kunnen vinden is dat het een afgeschermd terrein is en er dus geen akute noodzaak is om daar ter bescherming van de volksgezondheid maatregelen te gaan treffen. Wat men wel gaat doen is rond de belt een aan- tal peiiputten slaan om de grondwaterbewegingenkwelwaterbewegingeninelk geval percolatiewater, na te gaan, of er zich geen verontreinigende stoffen buiten het beltterrein gaan bewegendus om het steeds in de gaten te houderij De bronbemaling bij het afgraven en de afvoer naar Duitsland zijn inderdaad j de meest optimale oplossingen die het coliege voorstelt te nemen. Deze zul- ]en echter wel afhankelijk zijn van de vraag of men voor die kostbare oplcs-i singen een voldoende rijksbijdrage zal verkrijgen. In het raadsvoorstel is duidelijk aangegeven dat ook de andere oplossingen bepaald niet onaanvaard- baar zijn. Het is een kwestie van: als men kan kiest men het optimale, maar' het eventueel op de belt storten van deze grond is milieutechnisc'n gezien bepaald niet onverantwoord. Voor de bronbemaling geldt eigenlijk min of meeri hetzelfde. Het is een veiligheidsmarge die men iets groter of iets kleiner kan nemen al naar gelang het offer wat men voor het nemen van die veilig- heidsmarge moet brengen. Het college wacht dus zeker het oordeel van het mi-I nisterie af of zij met het college eens is dat het nodig is dat men die vei- 1 igheidsmarge zo aanhoudt of niet. Met betrekking tot de fcrmulering vanhetj raadsvoorstel zegt spreker dat door het college bewust in het raadsvoorstel niet de clausule is opgenomen: onder voorwaarde van het verkrijgen van een rijksbijdrage van 90%. Dat hangt samen met het feit dat hoe men het ock wendt of keert, in de brief van de minister die het college in het raads- voorstei geciteerd heeft staat: in beginsel 90%. Het lijkt dan niet ver- standig om zich in een raadsbesluit vast te leggen op exakt 90%. Het feit dat 90% genoemd staat in de aanbiedingsbrief van het raadsbesluit geeft aan,! dat dit college niet van plan is om zonder overleg met de raadscommissies milieu en financiën maatregelen te gaan treffen als blijkt dat men aanzien- lijk minder subsidiëring van de kant van de rijksoverheid kan verwachten. Het college zal niet terugkomen op het moment dat de bronbemaling en de af- voer naar Duitsland door het ministerie niet worden geakkordeerd. Dan meent hij dat in het raadsvoorstel voldoende is aangegeven dat dan wordt overge- stapt op het alternatief niet afvoeren naar Duitsland en niet bronbemalen. Maar als er andere zaken gebeuren rond de 90% subsidie, dan zal het college daar uiteraard overleg over plegen met de commissies milieu en financiën. Overigens hoopt spreker dat men in die situatie niet terecht zal komen. Het college hoopt dat de beslissing van het mini'fterie op korte termijn af- komt, want dan pas kan men konkreet de afspraker»!gaan maken met de mensen die het werk zullen moeten gaan uitvoeren. Overigens is er thais al druk overleg gaande tussen o.m. de afdeling bouw- en woningtoezicht van het g.t.b. met de bewoners over wat de aard van de vervanging van schuurtjes en dergelijke moet zijn, welke modeHen, enzovoort. Mevrouw Snoep gaat akkoord met de toezegging van de wethouder dat als er geen 90% subsidie v;ordt gegeven, er teruggekomen wordt in de commissies fi- nanciën en milieu en volksgezondheid om nader te overleggen wat tedoenstaat. 27 augustus 1981

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1981 | | pagina 7