4e afd. 24 september 1981 101
Zoals gezegd, kunnen uit de enquêteresultaten geen duidelijke conclusies
worden getrokken met betrekking tot de plannen 1, 2 en 3. Bij het beraad
hierover heeft de projectgroep het gewenst geoordeeld dat een duidelijker
inzicht nodig is in de parkeer- en laad- en losproblematiek op de Binnen-
weg. Daarom is - met instemming van ons college - in mei j.1. door het ge-
meentelijk technisch bedrijf een tweetal onderzoeken gehouden. Het eerste
betrof een parkeerduuronderzoekwaarbij op drie dagen tussen 8 en 20 uur
elk half uur de autonummers van geparkeerde auto's zijn genoteerd. Het
tweede onderzoek vond plaats in de vorm van interviews over de bestaande
en gewenste situatie bij het laden en lossen.
Een rapport over deze onderzoeken treft u bij de stukken aan.
Het parkeerduuronderzoek toont aan dat op de Binnenweg ongeveer 80 langpar-
keerders gedurende de dag aanwezig zijn op een totaal van gemiddeld 188
personenauto's. Op vrijdag en zaterdag zijn er meer kortparkeerders en min-
der langparkeerders.
Wanneer aan de eerste eis van het programma van eisen (bescherming van.de
woonbuurten in het centrum tegen overlast) moet worden voldaan, zal er voor
105 personenauto's, welke nu in de v/oonwijken worden geparkeerd, vervangen-
de lang-parkeerruimte moeten worden aangelegd. Bij het instellen van een
blauwe zône zal parkeerruimte voor 190 auto's moeten worden aangelegd, bij
voorkeur in de omgeving van de Zandvaartkade, de Julianalaan, de Clooster-
laan en het Res Hovaplein, omdat daar de parkeerdruk van langparkeerders
het grootst is.
Bij het instellen van een blauwe zône met een tijdsduur van één uur zal de
Binnenweg voor kortparkeerders een capaciteit moeten hebben van 130 tot 150
parkeerplaatsen. Wordt de tijdsduur verlengd tot twee uur, dan zal de capa-
citeit 145 tot 180 plaatsen moeten zijn.
Voor wat het laden en lossen betreft, is het ongewenst dat een vaste laad-
en lostijd wordt ingesteld. Wanneer wel een vaste tijd of tijdsduur per
dag wordt vastgesteld, dan kan dit in de gebruiksmiddelensector leiden tot
het verstoken blijven van aanvoer van goederen en in de levensmiddelensec-
tor tot een piek-aanvoer en buitenopslag van vele goederen.
De projectgroep heeft na overleg over de enquêteresultaten een plan ont-
wikkeld dat de belangrijkste pluspunten van de voorgestelde planrien in
zich verenigt en zo weinig mogelijk van de gesignaleerde nadelen. Dit
uiteraard binnen het kader van het programma van eisen en rekening hou-
dend met de genoemde onderzoeken. Dit plan is door ons aanvaard; het
- 5 -