- S8 -
4e afd.
29 oktober 1981
117
B, De woongebieden
De regeling met betrekking tot de omringende woongebieden is voorname-
lijk consoliderend van aard. Stedebouwkundig gezien behoeven aan de
bebouwde omgeving geen verbeteringen te worden aangebracht.
De aanwezige woningen zijn onderverdeeId in drie categorieén; in de
eerste categorie zijn de woningen opgenomen die tot de eengezins-
woningen kunnen worden gerekend. De tweede categorie omvat de woningen
die qua schaal, vormgeving en situering tot de villa-achtige bebouwing
worden gerekend. De flat op de hoek Zandvaartkade - Heemsteedse Dreef
is ondergebracht in de derde categorie.
Voor elke categorie zijn afzonderlijke regelingen getroffen met
betrekking tot de onderlinge afstanden, voorgevelbreedte en inhoud var.
de woonhuizen en de maximaal toelaatbare oppervlakte van de erf-
bebouwing. De bovengenoemde regelingen zijn afgestemd op de situering
en schaal van de betreffende woonhuizen.
Bij de categorieën die de eengezinswoningen omvatten is de bouwblok-
diepte gebaseerd op de oorspronkelijke diepte van het bouwblok
vermeerderd met 3,00 m ten behoeve van mogelijke achterwaartse
uitbreidingsplannen. Op deze wijze kan worden tegemoetgekomen aan de
veranderde wooneisen.
Als hoofdregel geldt dat bij de bestemmingen woondoeleinden w(T) en
W (Lj) over de volledige woonblokdiepte gebouwd mag worden met dien
verstande dat over de laatste 3,00 m de hoogtemaat niet meer dan
3,00 m mag bedragen. De uitbreidingsmogelijkheid wordt op deze wijze
beperkt tot de begane grondverdieping teneinde mogelijke overlast aan
belendende percelen te vermijden.
Uitzonderingen op deze regel wordt gevormd indien de kaveldiepte geen
achterwaartse uitbreiding mogelijk maakt.
Voorts mogen uitbreidingen van bouwblokken waarvan de hoogte niet meer
dan 4,00 m bedraagtde bestaande hoogtematen aanhouden.
Deze uitzonderingsgevallen zijn op de plankaart aangegeven met de
nadere aanwijzi.ng (n).
Naar gelang de na te streven situatie zijn de gronden waarop zich
woonblokken bevinden bestemd voor woondoeleinden met nadere
aanwijzingen (a)(t) en (vn). In alle gevallen kan de huidige situatie
worden gehandhaafd.
De bestemming woondoeleinden met de nadere aanwijzing (a) betekent dat
de woningen aaneen gebouwd moeten worden.
De bestemming woondoeleinden met de nadere aanwijzing (t) en (vn) is
gelegd indien ter plaatse slechts ruimte is voor woningen van het type
twee-aaneen resp. vrijstaand.
Voor de voorgeve1breedte van de woningen van de categorie I (w(T)) is
een maat van ten minste 5,00 m aangehouden. Voor de categorie II
(W is een maat van 6,50 m gehanteerd.
Waar bijgebouwen omwille van bet straatbeeld niet toegestaan kunneri
worden, is de bestemming tuin gelegd. Het betreft hier voornaraelijk
voortuinen en bij hoekwoningen tevens een gedeelte van de zijtuin.
De bestemming erf is gelegd op de gronden acliter de woningen. Ter
plaatse waar ruimte is voor zijwaartse uitbreiding zonder het straat-
beeld te verstoren zijn die gronden als erf bestemd. Als regel geldt