117
- 120 -
4e afd.
29 oktober 1981
De Kamer maakt attent op de vermetd'ing van een onjuiste kadastnate
nummering ter hoogte van het parkeevterrein van Albert Heyn. Voorts
gaat de kamer in op de in de toeliohting vermetde "oirketfront".
De onjuiste kadastrale nunmiers zijn in de toelichting veranderd.
Ûp de betreffende bladzijde wordt inderdaad de voetgangerspassage
bedoeld die een (korte) verbinding moet gaat vormen voor voetgangers
tussen de Blekersvaartweg en de Binnenweg.
Alhoewel de theoretische benadering van de Kamer met betrekking tot
"de cirkelfront" in sommige gevallen stellig zal voordoen merken vij
op dat het hier om een type-fout gaat. Bedoeld wordt dat ter plaatse
van de passage een aaneengesloten winkelfront tot stand zou kunnen
komen, waardoor de looproute van en naar het parkeerterrein Xangs de
Blekersvaartweg aantrekkelijk zou kunnen worden gemaakt.
Wat de inhoud van de voor8ohriften betreft deelt de Kamer mede dat
zi,j ern8tige bezwaren heeft tegen de begripebepating van artikel 1
8ub 7waarin het begrip "ambaohtetijk bedrijf" wordt omaohreven.
De Kamer ia van oordeet dat een gekuntsetd ondersoheid ia gemaakt
naar een in het ptangebied gewenst respeotievetijk niet-gewenet
cmhaohtetijk bedrijf. De Kamer meent dat in de onderhavige bepating
een te ver voerende beperking ia opgenomen en dat de daarvoor
gehanteerde maatstaven een subjeotief karakter dragen. Voorta ia de
Kamer van mening dat de regeting van (leef-)milieunormen niet thuie-
horen in een be8temming8plan. De Kamer verzoekt het Cottege de
cnderhavige begripabepaling te wijzigen in die zin, dat het
verzorgende, consumptieve ambacht ook een ptaats krijgt in het kem-
winkelapparaat.
De bestemmingsregeling van de toegelaten bedrijven in het plan is
herzien. In de nieuwe opzet is gekozen voor hantering van een Staat
van Inrichtingen, die in 5 categorieën is onderverdeeld.
Met betrekking tot de toepassing van de Staat van Inrichtingen op
de bestaande bedrijven kan worden verwezen naar de aangepaste toelich-
ting.
Het standpunt van de Kamer van Koophandel, dat leefmilieunormen niet
in een bestemmingsplan thuishoren wordt niet gedeeld. De invloed van
bepaalde activiteiten op het leefrailieu is juist een van de factoren
ora bestemmingen te differentiëren en een nadere omschrijving te geven
van lietgeen met die differentiatie beoogd wordt.
Het duidelijkste voorbeeld hiervan is wel de U'et Geluidhinder, die
voorschrijft dat in de toekomst bepaalde zones en gebieden in een
bestemmingsplan raoeten worden aangegeven waar bepaalde grenswaarden
van geluid gelden.