133
kennisgeving is onherroepelijk en verplicht geldnemer op de gestelde
datum de extra-aflossing te doen. De bedragen overeenkomstig dit artixel
afgelost, zullen gerekend worden allereerst te zijn betaald in mindering
van de laatste aflossingstermijndaarna van de voorlaatste en zo vervol-
gens
Artikel 4. Alle aan geldgever verschuldigde betalingen zullen geschieden
op zijn kantoor te 's-Gravenhage of bij een nader door geldgever aan te
wijzen betaalkantoor. De betalingen zullen geschieden in Nederlands geld,
zonder korting of schuldvergelijking en zonder kosten voor geldgever.
De betalingen zullen gerekend worden allereerst te zijn geschied voor de
voldoening van de kosten, vervolgens van de boeten, daarna van de vergoe-
dingenvervolgens van de rente en het laatst van de hoofdsom.
Artikel 5. Indien geldnemer het aan rente of aflossing verschuldigde niet
op tijd en overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 zal hebben voldaan,
zal hij aan geldgever, boven de in artikel 1 genoemde rente, betalen, als
boeteeen bedrag gelijk aan vijf procent per jaar van het achterstal1ige
bedrag over de tijd van de nalatigheid.
Artikel 6. Het onafgeloste deel van het bedrag van de lening is, met de
rente en de kosten, onmiddellijk opeisbaar bij niet-nakoming door geldne-
mer van één of meer van de in deze akte vermelde bepalingen of aangegarie
verbintenissentenzij geldnemer, na door geldgever aan zijn verplichtin-
gen te zijn herinnerd, alsnog binnen veertien dagen na ontvangst van die
herinnering het verschuldigdevermeerderd met de boete, voldoet en/of
zijn overige verplichtingen alsnog nakomt.
Geldnemer zal in gebreke zijn door het enkele feit van het voorvalleri
van het in het vorig lid bedoelde geval van onmiddel1ijke opeisbaarheid,
alsof hij bij bevel of andere soortgelijke akte in gebreke was gesteld.
Artikel 7. De belastingen, die van de rente van de lening als zodanig ge-
heven mochten worden, komen ten laste van geldnemer.
Artikel 8. Alle kosten en rechten van deze akte, yan de schuldbekentenis
en van de maatregeien, die geldgever mocht nemen tot behoud of voor de
uitoefening van zijn uit deze overeenkomst voortvloeiende rechten zijn
voor rekening van geldnemer. HEEMSTEDE, 29 oktober 1981.
De raad voornoemd
De voorzitter,
-3-
2e afd.
29 oktober 1981