29 oktober 1981
225
goede aarde is gevallen. Het is voor het personeel een grote verbete-
ring en het werkt kostenverlagend. Het voorstei tot wijziging van de
verordening blijkt nauwelijks een trendmatige verhoging van de lasten
te moeten worden. Het dekkingspercentage geeft een kleine stijging te
zien. De V.V.D. had echter de verwachting dat door de invoering van de
roiemmer, het percentage duidelijk hoger zou worden en naar de 60% zou
groeien. Spreker vraagt of hij mag aannemen dat naar vervulling van deze
wens van 60%, door het coliege uitgesprokenpositief gewerkt wordt.
De heer Van Amerongen vraagt of de heer Aibrecht nu denkt aan een extra
verhoging van het tarief.
De heer Aibrecht antwoordt ontkennend. Hij gaat akkoord met deze matige
verhoging, maar hoopt toch dat het coilege, dat destijds als wens had tot
de 60%-dekking te komen, daaraan blijft werken.
Wethouder Baar antwoordt dat de raad ooit op voorstei van het college
heeft ingestemd met een streven naar 60% dekking van de kosten voor het op'
halen van huisvuil. Hoewel die 60% nooit in de doelstel1ingennota als zoda-
nig is vastgeiegd, denkt spreker dat het streven er naar nog altijd geldt.
Mocht dat niet het gevai zijn dan zou het coliege daartoe een signaal moe-
ten ontvangen. Dat heeft het niet gehad. Ook voor het college biijft dus
die 60% nog hoog in het vaandei staan. Juist door de invoering van de rol-
emmer en de kostenbesparende gevolgen daarvan zal de mogeiijkheid om een
60% dekking ooit nog eens te bereiken eerder groter zijn geworden dan klei-
ner. Terwijl men al enkeie jaren met een dalend dekkingspercentage te ma-
ken had, is die daling vorig jaar toch tot staan gebracht, zonder dat de
tarieven naar de burgers toe exorbitant behoefden te worden verhoogd. Dat
is ook nu niet het gevai. Desondanks is er sprake van een stijging van het
dekkingspercentage. Gezegd kan dus worden dat juist door de invoering van
de rolemmer weer de goede richting wordt uitgegaan. Wanneer ooit de 60%
bereikt zal worden laat zich niet beantwoorden. Dat is van vele faktoren
afhankeiijk. Ook het tarievenbeleid van de rijksoverheid speelt daarin na-
tuurlijk een woordje mee.
Het ontwerp-besiuit wordt zonder hoofdeiijke stemming vastgesteid.
XIII. 2e wijziging legesverordening. (volgnr. 120)
De fraktie van de heer Van der Hulst is inzake de tarieven voor de huwe-
lijksvoltrekkingen van mening dat er terecht een differentiatie wordt ge-
maakt in ochtend- en middagtarieven en ook dat op bepaalde dagen waarop een
grote drukte te verwachten is de tarieven wat hoger gesteld worrien om die
drukte wat af te remmen. Het gaat haar wel enigszins ver om een onderscheid
te gaan maken tussen bijna alle dagen van de week en dan een onderscheid
waarbij het soms gaat om i 25,--. Zij kan zich niet goed voorstellen dat
iemand er zich van zal laten weerhouden om op maandagochtend te trouwen als
hij weet dat het op dinsdagochtend f 25,-- goedkoper is. Dat heeft sprekers
fraktie niet begrepen. Zij wil meegaan met de gedachte dat er pieken zijn
en dat men moet proberen door wat di.fferentiatie die pieken wat weg te wer-
ken. Het is niet zo dat zij hierover thans een amendement wil indienen, maai-
zij wil deze gedachte v;el graag aan het college meegeven. Misschien kan dit
voorstel teruggenomen worden en over een maand met een iets ander voorstel
gekomen worden.
De heer Van Amerongen heeft dezelfde twijfels gehad. Nu kan men op dins-
dagochtend relatief goedkcop trouwen, relatief gezien, v/ant het kost altijd
nog f 100,--. Het is natuuriijk nu voor de dinsdagochtend 100,geworden