296
jaar, althans voor het realiseren en instandhouden van een akkommodatie.
Ook dat zai zijn beperkingen opleggen aan de mogelijkheden tot realiserinc
van bepaalde wensen. Inzake de aard van de aktiviteiten die men zich in
zo'n akkommodatie denkt, daarvan moet men zich ook afvragen of dat wel of
niet in kombinatie met nog andere aktiviteiten te realiseren is, waardoor
het economisch meer haalbaar zou worden. A1 die aspekten zullen ongetwij-
feld aan de orde moeten komen. De gemeente wil daar best ook een rol in
spelen, maar spreker vindt toch wel dat eerst de werkgroep, al dan niet
onder begeleiding van het Posthuis, met een konkrete wensenlijst op tafel
dient te komen.
Punt 22.
De heer Arnoldy acht de konklusie terecht dat welk plan er ook komt,
het veel geld gaat kosten, omdat de rijksdienst voor de monumentenzorg
geen subsidie zal verlenen. Hoewel hij dat zeer spijtig vindt, zal er tocl
een oplossing gevonden moeten worden voor de onhoudbare toestand die onge
twijfeld zal ontstaan als dat pand niet grondig wordt gerestaureerd. Als
woongelegenheia voldoet het huis geenszins aan de eisen, terwijl het geva;
voor persoonlijk letsel bepaald niet denkbeeldig is bij een voortschrijder_
de verloedering van het pand. Een ander aspekt aan deze zaak is dat een oi
vervangbaar cultuurgoed verloren dreigt te gaan. Sprekers fraktie is van r
ning dat al hetgeen door de eeuwen heen aan waardevolle bouwwerken in Heer,
stede werd opgericht, in principe behouden dient te blijven, omdat deze
monumenten het karakter van ons dorp in belangrijke mate bepalen. Zij meer
dat er al eens een aanzet is gegeven voor de opstelling van een zogenaamde,
monumentenlijst. Zij houdt het niet voor onmogelijk dat een principieel
monumentenbeleid gericht op het behoud van onvervangbaar cultuurgoed en
daardoor ook de bevordering van de leefbaarheid in Heemstede, aanleiding
zou kunnen zijn voor een grotere medewerking in financieel opzicht van dej
zijde van de rijksdienst. Als spreker dit zo uitspreekt dari is hij zich eij
van bewust dat dat niet stoelt op een hard gegeven. Er is wel een vorm vaj
ervaring dat de rijksdienst binnen het kader van haar beleidsvrijheid er
toch wel degelijk gevoelig voor is als men merkt dat in een bepaalde hoekj
van ons land een gericht monumentenbeleid, in een ruime terminologie ver-î
vat in dit geval, wordt gevoerd. Het gaat natuurlijk niet aan' dat eenvou-
digweg door een tijdelijk gebrek aan financiën een dergelijk pand in een
situatie geraakt zoals het nu is. Men mag niet slopen, want dat zou de
uiterste konsekwentie zijn om daar nog wat van te maken in de sfeer van
de bewoning. Men kan het redelijkerwijs ook niet restaureren, omdat net
gat in financieel opzicht vrijwel niet meer te dempen is. Spreker weet ook
niet hoeveel monumentenpanden Heemstede nog meer in eigendom heeft. Hij
weet ook niet hoeveel panden, die de kenmerken van monumenten hebben, er
in Heemstede werkelijk staan. Hij weet ook niet hoe de partikuliere eige-
naren zich bevinden met betrekking tot de al of niet mogelijkheid tot het
uitvoeren van de noodzakelijke restauraties van dat bezit. Het is namelij'
veel erger dat iets volkomen teloor gaat door de onmogel i jkheid om het aan:,
te pakken dan dat men in feite krachtig door sloopt. Hoewel spreker dat
heel erg zou vinden, want dit is een oude gemeente met plekken die allen
lief zijn, waaraan allen gehecht zijn en die men wil blijven zien.
Helaas kan spreker voor dit pand geen panklare oplossing aanbieden. Hij
wil wel graag meegeven om in de kontakten met de rijksdienst een grote
aktiviteit te betrachten en te overwegen om naar een echt monumentenbelei;
voor onze gemeente te groeien.
Mevrouw Noorman zegt dat tot nu toe tweemaal in de commissie een gemeei
telijk monumentenbeleid aan de orde is geweest en tot haar grote spijt
27 november 1981