2e afd. 28 januari 1982 4
d. het volgen van de studie geen beletsel vormt voor een goede dienstuit-
oefening;
e. de gekozen opleiding deugdelijk wordt geoordeeld.
Artikel 3.
1. Alvorens een beslissi'ng te nemen over de toekenning van studiefacil itei -
ten kunnen burgemeester en wethouders - al dan niet op verzoek van de amtj
tenaar - een 'gericht studieadvies inwinnen.
2. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders in overleg met
de ambtenaar een psychologisch onderzoek doen instellen.
Artikel 4.
1. De studiefaciliteiten worden verleend voor een door burgemeester en wet-
houders te bepalen studieperiode.
2. De ambtenaar is verplicht zich aan het einde van de in het vorige lid
bedoelde periode te onderwerpen aan het voor die studie geldende examen
of tentamen, tenzij zulks op grond van feiten of omstandigheden, dieniet
aan de ambtenaar te wijten zijn, niet kan worden verlangd.
3. Wanneer de ambtenaar een examen of tentamen niet met gunstig gevolg af-
legt, kan de termijn tot en met het daarop eerstvolgende examen of tenta-
men worden verlengd, tenzij het ongunstige resultaat gevolg is van een te
geringe studieijver.
STUDIEKOSTEN.
Artikel 5.
1. Aan een ambtenaar kunnen ten behoeve van een te volgen studie de naar
het oordeel van burgemeester en wethouders redelijk gemaakte studiekos-
ten worden vergoed tot een percentage van:
a. 100% voor het volgen van een bijzondere vakopleiding, waarvoor hij
krachtens het bepaalde in ârtikel F27, 2e lid, van het Algemeen Amb-
tenarenreglement door burgemeester en wethouders verplicht is zich be-
schikbaar te stellen;
b. 75% voor het volgen van een vakopleiding, waarbij samenhang bestaat
met de funktie, welke de ambtenaar vervult;
c. 50% voor het volgen van een vakopleidingwaarbij samenhang bestaat
met het belang van de gemeente;