GEWIJZIGD EXEMPLAAR
4e afd. 25 februari 1982 11
3E WIJZIGING ALGEMENE PLÂATSELIJKE VERORDENING
Heemstede, 9 februari 1982.
Aan de raad,
Het Heemsteeds Kanaal is indertijd gegraven tot een waterdiepte van
2.50 m ten behoeve van kleine schepen; later vond uitdieping plaats tot
3.30 m. De breedte van het kanaal is gemiddeld 24 m. Het kanaal wordt
thans vaak bevaren door (zand)schepen met een breedte van 7.36 m, een
lengte van 56 m en een motorvermogen van 225 pk. Binnenkort worden sche-
pen verwacht met een lengte van 62 m en een motorvermogen van 350 pk.
De grote schepen brengen aan de oevers van het kanaal en aar. de beschoei-
ingen ernstige schade toe, o.m. bij achteruitvarenwaarvoor meer kracht
nodig is dan voor normaal varen (keren is voor de grote schepen niet moge
lijk). Ook wordt schade berokkend aan de kademuur van de haven.
AIs de scheepvaart met grote schepen blijft döorgaan, zullen op vrij kort
termijn aanzienlijke ir.vesteringen moeten worden gedaan ten behoeve van
herstel van oevers en beschoeiïngen. Wij achten het met het oog daarop
raadzaam dat bepalingen wcrden vastgesteld met betrekking tot de maximale
breedte, lengte, diepgang en sneiheid van schepen, terwijl verder dient tt
worden bepaald dat grote vaartuigen niet achteruit mogen varen. Wij stel-
len u daarom voor de A'igemene Plaatselijke Verordening aan te vullen met
een artikel als opgenomen in bijgevoegd ontwerp-besluit. Na vaststelling
van dat artikel zullen wij met betrekking tot het Heemsteeds Kanaal tepa-
len dat schepen in dit water geen grotere diepgang mogen hebben dan2.50m
en geen grotere breedte en lengte dan resp. 6.60 m en 56 m, terwijl be
maximum vaarsnelheid voor geladen vrachtschepen niet meer mag zijn dan
4 km/uur en voor lege vrachtschepen en andere gemotoriseerde vaartuigen
niet meer dan 6 km/uur. Over een en ander is overleg gepleegd met de ver-
eniging "Schuttevaer" en met de betrokken bedrijven. Dezen hebben te ken-
nen gegeven dat een ler.gte van 56 m en een breedte van 6.60 m in sommige
gevallen te weinig zijn; zij vroegen daarom de mcgelijkheid te openen dat
door ons college ontheffing wordt verleend van de desbetreffende bepanna
Tegen het oppemen van een ontheffingsmogelijkheia hebben wij geen overwe-
gende bezwaren. Wij tekenen hierbij echter aan dat het niet in onze bedoe
