15
of de betrekking, dan wel wegens zodanige verandering in de inrichting
van het onderwijs of de dienst van de school of scholen, dat de werkzaam-
heden van één of meer belanghebbenden overbodig worden, geschiedt in de
volgende rangorde:
a. zij die dit wensen, waarbij ouderen in leeftijd vödr de jongeren gaan;
b. zij die in tijdelijke dienst zijn aangesteld;
c. zij die de 40' voor pensioen geldende dienstjaren hebben bereikt dan wel
in hun wachtgeldperiode nog kunnen bereiken;
d. zij die de geringste diensttijd hebben, waarbij bij gelijke diensttijd
jongeren in leeftijd vdör ouderen gaan.
1. Ter vermijding van kennelijke onbillijkheid of wanneer het belang van
de school of de scholen, waaraan belanghebbenden onderwijs geven, dit we
kelijk vereist, kan bij verlening van ontslag van de rangorde, bedoeld i
het vorige artikelworden afgeweken met dien verstande dat, indien de
omvang van de voorgenomen afvloeiing daartoe aanleiding geeft, deze ge-
schiedt naar een bepaald vooraf vastgesteld en aan de belanghebbenden
kenbaar gemaakt plan.
2. Het in het vorige lid bedoelde plan wordt niet vastgesteld, alvorens met
vakverenigingen, voorzover deze hun werkzaamheden uitstrekken over het
aan zodanige school of scholen verbonden personeeloverleg is gepleegd.
In gevallen, waarin deze regelihg niet voorziet, beslissen burgemeester en
wethouders
Deze regeling kan worden aangehaald als "Afvloeiingsregeling vakleerkrach- i
ten "Iichamelijke oefening bij het openbaar gewoon lager onderwijs".
Zij treedt in werking op 1 januari 1982.
Artikel 3.
Artikel 4.
Artikel 5.
HEEMSTEDE, 25 februari 1982.
De raad voornoemd
De secretaris
De voorzitter
2e afd.
25 februari 1982