29 april 1982
102
maar mensen hebben er recht op te weten hoe dat goed wordt gedistribueerd
en het kan er aan meehelpen dat zij dan wel niet van al hun frustraties
afrakenmaar dan toch begrip hebben voor het feit hoe moeilijk het is
weinig woningen onder veel mensen te verdelen.
In het verleden heeft het de mensen ontbroken aan het inzicht daarin.
Dat is geen kritiek op de huisvestingscommissie die al jarenlang werkt,
maar gewoon het konstateren van feiten. De huisvestingscommissiedaaris
sprekers fraktie ook van overtuigd, deed en doet haar best. Zij staat
dan ook zeer positief achter het nu opgenomen stelsel van puntentoeken-
ning voor verschillende aspekten die een woningzoekende aangaan. Over
één punt van de nadere voorschriften van het college kan zijn fraktie
niet tevreden zijn. De leidende gedachte van de woonruimtewet was dat
de woongelegenheid die er dan was, op een doelmatige en rechtvaardige
manier moest worden verdeeld en naar het inzicht van zijn fraktie houdt
dat niet op bij aileen de verdeling van huurwoningen. Zij ziet niet in
waarom de gemeente niet zal bevorderen dat koopwoningen terechtkomen bij
mensen die daarop onder andere gezien hun inkomen het meeste aanspraak
op kunnen maken. Zij acht dat een eis van rechtvaardigheid en wat zijn
fraktie betreft heeft een rechtvaardige verdeling van alle beschikbare
woonruimte een.hoge prioriteit. Het is dan ook om die reden dat zijnfrak-
tie zojuist heeft gepleit voor verhoging van de koopprijsgrens en het is
dan ook om die reden dat zij het college verzoekt in de nadere voorschrif-
ten niet alieen een huurquote op te nemen maar ook een relatie te leggen
tussen de netto-huurprijs en het inkomen - belastbaar inkomen of bruto
inkomen- van de aanvrager van de woonvergunning. Spreker dient daartoe
een motie van zijn fraktie in, die luidt als volgt: "De raad van de gemeen-
te Heemstede; gehoord de beraadslagingen over de ontwerp-Woonruimteveror-
dening (raadsstuk 47 van 20 april 1982); van mening dat het voor een doel-
matige en rechtvaardige verdeling van woongelegenheid in Heemstede nood-
zakelijk is dat bij de beoordeling van een verzoek om vergunning voor het
betrekken van een koopwoning mede wordt gelet op de verhouding tussen de
voor de woning verschuldigde koopprijs en het (belastbaar) inkomen van de
aanvrager; spreekt uit dat het noodzakeiijk is in de nadere voorschriften
van burgemeester en wethouders, gebaseerd op de Woonruimteverordening
een koopprijsquote op te nemen; verzoekt burgemeester en wethouders daar-
toe het nodige te verrichten".
Als het college daartoe het nodige wil verrichten is het niet alleen nodig
de nadere voorschriften aan te vullen maar ook om de basis te leggen in
de woonruimteverordpning.
De voorzitter schorst de verqaderinq te 20.28 uur en heronent. deze fp
21.07 UiJr)
Wethouder Willemse antwoordt dat ook het college verheugd is dat nu
uiteindelijk een woonruimteverordeninggestoeld ôp gewestelijke uitgangs-
punten, tot een behandeling kan komen. Het is niet zo'n eenvoudige zaak
geweest, niet zozeer de uitgangspunten van de verordening zelf dan wel de
nadere voorschriften. Er is in de gemeente Haarlem nogal wat diskussie
geweest tussen de woningbouwcorporaties. Voorheen was het zo dat de kor-
poraties in Haarlem de helft van hun woningen zelf konden toewijzen ter-
wijl de andere helft door de gemeente werd toegewezen. Een totaal andere
situatie dan in Heemstede, omdat alle korporatiewoningen in Heemstede
door de gemeente worden toegewezen. Daardoor heeft het lang geduurd om
de korporaties op één lijn te krijgen, maar op een enkeie kleine korpora-
tie na is men nu tot overeenstemming gekomen en dat is ook de reden dat
men nu tot dit gezamenlijke punt zou kunnen komen.