4e afd. 24 juni 1982 73
voor de verbetering van het gebouw van de kleuterschoolwaarbij zou moe-
ten worden uitgegaan van integratie van de kleuterschool en de lagere
schooltevens werd hem verzocht het voorlopige plan voor de verbetering
van het gebouw van de iagere school aan te passen.
In oktober 1977 diende de architekt na overleg met alle betrokkenen en
de rijksinspektie van kieuteronderwijs en van lager onderwijs en de Bouw-
kundige hoofdinspektie een voorlopig ontwerp in voor verbetering van beide
schooigebouwen. De rijksinspekteur kon zich in beginsel met het ontwerp
verenigen en heeft de urgentie van de verbouwing en renovatie toegelicht
in een vergadering van de Onderwijscommissie in november 1977.
Nadat wij ons met het voorlopige ontwerp hadden verenigd gaven wij in fe-
bruari 1978 opdracht dit verder uit te werken en met een begroting van kos-
ten aan ons voor te leggen. Het gevraagde uitwerkingsplan werd ontvangen in
oktober 1978. Dit hield o.m. in: het vergroten van de lokalen van zowel de
lagere school als de kleuterschoolhet maken van een centrale hal in de
lagere schoolhet maken van een kleine hal als verbinding tussen beide
gebouwen; het bouwen van nieuwe toiletakkommodatie.
Kort hierna verscheen de circulaire van 22 december 1978 van de ministers
van Financiën en van Onderwijs en Wetenschappenwaarin goedkeuring werd
voorgeschreven van plannen voor nieuwbouw, renovatie enz. van scholenvoor-
zover de kosten hiervan ten laste van het rijk zouden moeten komen.
Een aanvraag om deze goedkeuring op de plannen voor de Crayenesterscholen
werd zo spoedig mogelijk ingediend.
Deze aanvraag werd ingewilligd op 26 februari 1980. Voor wat de kleuter-
school betreft, werd de goedkeuring verieend tot verbouwing conform het
plan. Met betrekking tot het overige werd slechts toestemming gegeven voor
het maken van een verbindingsgang tussen beide schoolgebouwen en voor het
maken van een gemeenschapsruimte.
Op 12 mei 1980 zonden wij het plan met de inmiddels door het gemeentelijk
technisch bedrijf opgestelde begroting van kosten aan het ministerie van
Financiën met verzoek op te geven welk stichtingsjaar na de verbouwingc.a.
van de lagere school vermoedelijk zal'worden aangehouden ter berekening
van de uitkeringen ingevolge het Financiële Verhoudingbesluit 1980; een
soortgelijke vraag werd met betrekking tot de kleuterschool gesteld aan
het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. De gevraagde gegevens kwa-
men beschikbaar in januari 1981. Er bleek toen dat het ten laste van het
rijk, c.q. het Gemeentefonds komende bedragen in totaal zeer veel lager