183
24 juni 1982
mensen hun rijgedrag te laten aanpassen aan deze snelheid.
Haar fraktie hoopt dat het een geslaagde proef zal blijken te zijn.
De voorzitter antwoordt dat de ervaring van de afgelopen 1J jaarwel
is geweest dat het een moeilijke materie is om elkaar politiek te vin-
denomdat de uitgangspunten van de leken en de deskundigen zoveel va-
rianten kennen dat verwarring snel aanwezig is. Dat is ook wel gebleken
in de allerlaatste fase. Spreker denkt dat het goed is geweest dat die
laatste fase er nog is bijgekomen, dat er nog rustig overleg is geweest
en dat er nadere berekeningen zijn gekomen, maar onzekerheden blijven.
Bij al-le positieve geluiden, waar hij dankbaar voor is, wil hij er uit-
drukkelijk op wijzen dat het college en onze deskundigen met name niet
het gevoel hebben dat hier panklaar de oplossing voor Heemstede zal gaan
uitkomen. Toch overheerst langzamerhand het gevoel dat men de proef moet
aangaan, omdat met name de toekomstige ontwikkelingen ons dwingen het
instrumentarium waar we over beschikken zo optimaal mogelijk te gebrui-
ken. In dat algemene beeld gaat het college straks met een zekere span-
ning kijken hoe het zal verlopen.
Mevrouw Noorman heeft gesteld dat men misschien halverwege moet stoppen.
Dat zou natuurlijk geen lichtvaardig besluit zijn. Dan zou men drastisch
afwijken van de periode van een jaar die men zichzelf gegeven heeft om
de zaak goed te bekijken, met evaluatie, met snelheidsmetingen en met zo
zorgvuldig mogelijk alles, uiteraard in het kader van het financieel
haalbare en met een zo zorgvuldig mogelijke begeleiding van de hele zaak.
Toch is het natuurlijk denkbaar dat er hier en daar knelpunten gaan ont-
staan die misschien onverwacht zodanig effekten gaan krijgen dat er inge-
grepen moet worden. En het ingrijpen kan natuurlijk betekenen dat er bij-
gesteld moet worden, dat er wat technisch veranderd moet worden waarna
men weer in een veranderde vorm verder kan. Dat kan ook betekenen dat men
het op een heel andere manier moet gaan doen, waarbij het ook niet uit-
gesloten is dat men die 60 kilometer zal moeten gaan halen. Maar men zal
wel moeten trachten het jaar rustig uit te evalueren. Evaluatie moet in-
derdaad zo zorgvuldig mogelijk nader worden ingekaderd, hetgeen niet zou
hoeven te betekenen dat men het één of ander wetenschappelijk bureau
krijgt met 20 ingenieurs, die een interessant dik rapport rnaken, waar ze
dan weer 3 jaar mee bezig zijn. We moeten het wel zo zakelijk en zo prak-
tisch mogelijk doen, liefst in eigen beheer. Als het niet anders kan dan
zai men niet moeten schromen om ook de assistentie van buiten - misschien
Stad en Landschap - hierbij nog even in te schakelen. De verkeersaantrek-
kendheid behoort tot de zaken die men inderdaad moet afwachten. De ver-
keersaantrekkendheid zit natuurlijk in zoverre al in het algemene beeld
ingebakken omdat men zeker weet dat Noron gaat komen. De bushinder komt
het komende jaar al op een hogere frekwentie te staan, Centraal Neder-
land gaat dan bepaalde buslijnen een zwaardere betekenis geven, met name
wordt de verbinding Hoofddorp-Haarlem via Heemstede frekwenter. De ver-
keersaantrekkendheid zit dus al in het huidige beeld gebakken en de proef
is er mede op gericht om dat te kunnen opvangen.
Een interessant punt is of men inderdaad aan dosering toekomt. De proef
zoals die nu is uitgerekend zou laten zien dat men er eigenlijk nauwelijks
aan toekomt. Men zal dat uiteindelijk moeten afwachten. De verwachting is
dat men op iets langere termijn zeker in de dosering terechtkomt en dan
zullen de buurgemeenten inderdaad over onze schouder meekijken. Die zul-
len nu al zo zorgvuldig mogelijk moeten worden ingelicht wat er gaat ge-
beuren, want het heeft natuurlijk effekten naar buiten. Men zal ook steeds
meer regionaal - dat is gelukkig in het gewest bezig te groeien - over