4e afd. 26 augustus 1982 85
dacht aan een gecombineerde, mogelijk gestapelde bouw.
Voor de opmerkingen over de kosten van uitvoering van het plan verwij-
zen wij naar de in het ontwerp opgenomen globale exploitatie-opzet.
Zoals reeds eerder opgemerkt, gaat het hier om een afweging tussen de
te stellen plan-eisen en de vraag naar woningen.
Behoud van bestaande bebouwing.
Allereerst merken wij op dat in het bestemmingsplan een aantal panden
zullen worden opgenomen, welke absoluut gehandhaafd dienen te blijven.
Dit impliceert niet dat de overige panden zo snel mogelijk zullen wor-
den gesloopt; dit zal uitsluitend het geval zijn als het bfl de uitwer-
king van de bouwplannen beslist noodzakelijk blijkt te zijn.
Het pand Blekersvaartweg nr. 55 behoort niet tot de waardevolie bebou-
wing. Amovering lijkt noodzakelijk om een goede ontsluiting van het plan-
gebied en een toegang tot de geplande parkeergelegenheid te creëren. Ook
de voor handhaving van tweerichtingsverkeer op het noordelijk deel van
de Blekersvaartweg benodigde wegbreedte draagt tot deze noodzaak bij.
Het al dan niet handhaven van de panden nrs. 42 en 43 is ook afhanke-
lijk van de onderhandeüngen met de gedeeltelijk te verplaatsen grammo-
foonplatenfabriek. De panden zijn o.i. overigens op zich niet als bijzon-
der waardevol te kwalificeren.
Bij de uitwerking van het bestemmingsplan zal ook een variant worden op-
gesteld, waarin de mogelijkheid van handhaving van de voormälige kantine
op nr. 21 is opgenomen. Een probleem hierbij zal zijn dat het pand door
zijn situering het uitzicht nabij de nieuwe ontsluiting van het plangebied
belemmert.
De schuur op de hoek Koediefslaan/Blekersvaartweg wordt niet als markant
aangemerkt en is in de planopzet onmogelijk te handhaven.
Verplaatsing A.H.-vesting.
In zijn algemeenheid tekenen wij bij de terzake ingezonden reakties aan
dat het thans nog slechts gaat om een ruimtereservering en dat bij het
niet realiseren van de vestiging woningbouw zal plaatsvinden.
De reservering is in het ontwerp-programma opgenomen in verband met een
concrete aanvraag daartoe van Albert Heijn. Hier is geen sprake van een
voorkeursbehandeling van een bepaald bedrijf. Motief van de verplaatsing
is o.m. de beperkte uitbreidingsmogelijkheid van de huidige vestiging aan
- 4 -