26 november 1982
334
Mevrouw Proost weet dat nog niet.
De voorzitter vraagt of daar indikaties voor zijn.
Mevrouw Proost wijst op de korrespondentie die al sinds juni gevoerd
wordt. Zij heeft ook een brief van 11 november van Hageveld aan de raad,
waarin staat: "de zaak gaat ons dusdanig ter harte dat het bestuur van
ae onderwijsstichting college Hageveld bereid is te praten over eventuele
voorfinanciering wanneer een noodoplossing ter plekke snel verwezenlijkt
kan worden1;. Hetzeifde is gesteld door het ziekenfonds Spaarneland. Bei-
de instanties zijn dus bereid tot voorfinanciering.
Hevrouw IJsselmuiden heeft gevraagd wat verstaan wordt onder een rede-
lijke termijn.
Dé Voorzitter antwoordt dat die redelijke termijn zeker in het begin
van het komende jaar zal moeten zijn. Er komt dus antwoord op de nadere
vragen die het g.t.b. en de werkgroep verkeer moeten invuilen ten aan-
zien van de eerste fase, hetgeen in ieder geval op korte termijn zal
moeten gebeuren. Spreker verwacht dat dit in het eerste kwartaal van
het komende jaar zeker naar de raad toe zal kunnen.
Ten aanzien van de voorfinanciering zegt spreker dat voorfinanciering
natuurlijk geen financiering is. In de sfeer van voorfinanciering en
Mquiditeit liggen onze problemen nog niet, het is juist op de langere
teriinjn-financiering waar de problemen liggen. Dus hij denkt niet dat
dit onmiddellijk soulaas biedt voor de problemen. Maar dat er nader
overleg zal moeten komen en dat men van de intenties en mogelijkheden
exakt op de hoogte dient te zijn zowel bij Hageveld ais bij Spaarne-
'and, daar wil spreker gaarne aktief aan meewerken. Overigens zent
spreker aat de aoor mevrouw Proost bedoelde brief niet bekend is bii
het college.
Punt 25.
Mevrouw IJsselmuiden zegt dat de raad op een gegeven momentbe-
leidslijnen uitzet voor de toekomst. Daar kunnen plotseling wijzigin-
gen in komen. Haar vraag is of het college daarop inspeelt. De voor-
zitter heeft zojuist gezegd dat hij dat probeert te doen, maar dat
vinot zij niet terug in het antwoord. Een voorbeeld is inderdaad de
Havenstraat, want het weinig punten geven is geschied omdat haar frak-
tie wist dat dit pas in 1984 ter hand zou worden genomen. Nu blijkt dus
dat de situatie zich zo gaat wijzigen dat men moet inspelen op deze
veranaerde situatie.
De voorzitter antwoordt dat de plannen klaar liggen, het is alleen
een kwestie van geld.
Mevrouw IJsselmuiden gaat het om het hele beleid en niet alleen om
de Havenstraat. üat was alleen een voorbeeld.
Do voorzitter zegt dat beleidsplanning er natuurlijk ook voor is om
een zekere ordening aan te brengen in dit soort van snelle ontwikkelin-
gen. Die doen zich op zoveel terreinen voor. Het probleem'zit meer in
de afweging. Moet die afweging niet wat meer toegespitst zijn in de