26 november 1982
346
De kosten van schoolz'wemmen staan aan de uitgavenkant van de qemeente-
begroting en in ontvangst var, het Heemsteedse sportkomplex. Als de
groepsgrootte ^roter wordt en dat in redelijkheid - dat moet onderzocht
worden - ook kan worden, dan zou dat kunnen betekenen dat er overdag
meer tijd beschikbaar komt, die opgevuld zou kunnen Worden door vereni-
gmgen of partikuliere groepen en dat is natuurlijk een belangrijke fak-
tor, want door verhuur tijdens vrijkomende uren kunnen de inkomsten wor-
den opgevoerd.
De heer Solieveld wil zich beperken met in grote lijnen in principe
akkoord te gaan met de uitgesproken terughoudendheia ten aanzien van de
groepsgrootte. Aan de andere kant vindt hij, waar de PH-fraktie het nad
over een verantwoorde groepsgrootte van 10 tot 12 kinderen in verband
met diverse aspekten, dat zij geen duidelijkheid heeft verschaft of
een aantal daarboven dan niet verantwoord meer zou zijn. Hij vraaqt
daarom of er voorbeelden zijn van andere zweminrichtingen en overeen-
Komstige faciliteiten waar met grotere groepen gewerkt is en waar qeble-
ken îs dat dit wel in de praktijk voldoet en aat er geen kans op kala-
miteiten bestaat.
Wethouder Reeringn heeft die voorbeeiden nu niet paraat. Hij meent
vrijwel zeker te weten dat ze er zijn. Dat er door de struktuur van de
groepsgrootte van kalamiteiten sprake zou kunnen zijn moet uitgesloten
worden geacht. De vei1igheidseisen vormen bij instruktiezwemmen en bij
zwemmen in het algemeen een eerste en alies overheersend uitgangspunt.
Dinnen dat kader kan men natuurlijk van mening verschillen.
De heer De Bruijn heeft erop gewezen dat als groepen iets worden uitqe-
breid er weer meer mogelijkheid ontstaat om tot invulling over naan
wat financieel geen onplezierig beeld zou opieveren. Dat is juist
Aan de andere kant moet het natuurüjk redeiijk blijven. Spreker denkt
aat tussen een optimale groepsgrootte en een behoorlijke, een radelijke
of een nog net aanvaardbareeer, behoorlijk trajekt zit. Wat mer, qraaq
zou willen kan misschien niet. Echter wat wel kan zou ook heel ac«ota-
bel kunnen zijn. Alles is mogelijk, niet alles is wenselijk.
Spreker meent te weten dat met name de Crayenesterschool al ir.êt groepen
van 15 kinderen werkt, dat is toch een aantal dat groter is dan 9 10
en aat biijkt in de praktijk te voidoen.
Overigens bestaat er bij spreker geen enkel bezwaar om met de inspektri-
ce daarover overleg te plegen.
Mevrouw Noorman wil nog eens benadrukken hoe beiangrijk vocr haar
ook persoonhjk, deze zaak is. Ais moeder van kinderen die schoolzwem-
men - Crayenesterschool - is zij ongerust over het toekomstig school-
zwemmen. Zij zegt het met name daarom omdat in het nieuwe bad vlakbii
het ondiepe bad, de whiripool voor kleine kinderen niet nelemaal onqe-
vaarlijk gesitueerd is. Zij beschouwt het als absoiuut ongewenst dat
een instrukteur toezicht heeft op 19 kieir.e, ongehoorzame kinderen in
een niet van gevaar ontblote situatie. Ook tijdens de zwemiessen heeft
zij gemerkt hoe gemakkelijk en hoe snel kieine kinderen iets kan over-
komen, ook al is er voldoende instruktiepersoneei aanwezig en is aile
toezicht verder boven iedere kritiek verheven. Die verontrusting en
ook die persooniijke zorg maakt dat het voor haar een heel beianqrijke
zaak îs en dan denkt zij niet aiieen aan zichzelf maar ook aan aile
anaere ouders r.tet kinderen.