4e afd.
Artikel 7.
16 december 1982
130
Vergunningsvogrsghriften^^weigeringsgrgnden^^tijdelijke vergunning.
§®!TSte_en__tweede lid.
Voorschriften bij een vergunninq kunnen ook betrekking hebben op het
voorkomen van geluidhindér als gevolg van in de toekomst te verwachten
ontwikkelingen. Zo kan het bijvoorbeeid in een bestemmingsplan zijn
vastgelegd dat in de onmiddeliijke omgeving van een in te richten of te
drijven recreatie-inrichting geluidsgevoelige bestemmingen zuilen komen.
In dat geval kunnen de voorschriften, verbonden aan een geiuidhinderver-
gunning, al gericht zijn op het voorkomen van geluidhinder ten behoeve
van die bestemming.
Daarnaast kan bij het steilen van voorschriften rekening worden gehouden
met cumulatieve effekten, dat wil zeggen dat kan worden geëist dat ver-
scheidene geluidproducenten gezamenlijk een bepaald geluidsniveau niet
overschrijden. Elke geluidproducent zal daardoor wellicht aan zwaardere
voorschriften moeten voidoen dan wanneer diezeifde geluidproducent de
enige geluidveroorzaker zou zijn. Voor mogelijke voorschriften zullen de
algemene regels van artikel 12 als richtlijn dienen. Cumulatieve en toe-
komstige ontwikkelingen kunnen eveneens aanieiding geven tot het weigeren
van een vergunning.
Derde lid.
Zeer veel hinder kan worden veroorzaakt door het komen en vooral gaan van
bezoekers van een op zichzelf, mede door de geldende voorschriften, wel-
licht stille recreatie-inrichting. Daarom kunnen er aan de vergunning
voorschriften worden verbonden om deze overlast te voorkomen.
Wij denken hierbij aan de situering van de (brom)fietsenstaliing, de situe-
ring van de uitgang, de sluitingstijd, een verplichting aan de vergun-
mnghouder om zijn bezoekers op deze mogelijke overlast te wijzen (en de
gevolgen van een dergeiijke overlast)enz. In het uiterste geval kan de
vergunningaanvraag op deze grond worden geweigerd. In dat geval moet zeker
zijn dat gezien de aard van de woonomgeving en die van de inricnting, dan
wel de ervaring met deze of dit soort inrichting elders, door het verbin-
den van voorschriften aan de vergunning deze vorm van geiuidhinder niet
kan worden voorkomen.
Vierde_lid.
De opsomming van mogeiijke voorschriften is gelijk aan de opscmming in
artikel 12, 2e lid, Wet geluidhinder. Enkel is toegevoegd "onder meer",
om buiten twijfei te stellen dat de opsomming niet limitatief is.
Vijfde_lid.
Bij met name onzekerheid omtrent de te duchten geluidhinder kan de ver-
gunning voor een bepaa.lde termijn worden verleend.
Zevende_lid.
Bij het verienen van een vergunning dient steeds te worden voorgeschreven
dat aanvrager zich tenminste moet houden aan de bijgevoegde tekeningen en
andere bescheiden. Wijzigingen in de inrichting of in de wijze van exploi-
tatie zijn dan verboden.
-15-