130 lijker, soms zelfs nauwelijks mogelijk, om aan de normen voor nieuwe situaties te voldoen. Onder bestaande situaties worden inrichtingen ver- staan die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening reeds worden gedreven. Nieuwe inrichtingen die na het in werking treden van deze verordening worden ingericht in oude panden dienen tot nieuwe situa- ties gerekend te worden en zullen derhalve aan de desbetreffende normen moeten voldoen. Voor de toepassing van de aanschrijvingsbevoegdheid kun- nen dan ook in het algemeen voor bestaande recreatie-inrichtingen waar- den gelden die maximaal 5 dB hoger mogen zijn dan de hierboven onder a genoemde waarden. Dit kan voor een termijn van ten hoogste vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening worden aangehouden. Artikel 13 bevat een regeling voor het ten gehore brengen van muziek, respektievelijk het gebruiken van muziekinstallaties en recreatietoestel- len, zoals flipperkasten, in horeca-inrichtingen. Onder "horeca-inrichtingen" vallen niet alleen de horecabedrijven die in het gewone taalgebruik als zodanig worden aangemerkt - caféb, bars, res- taurants, cafetana's e.d. - maaf'ook meer besloten inrichtingen waar al- coholhoudende drank wordt verstrekt, zoals sociëteiten, kantines e.d. Zo is het mogelijk dat bijvoorbeeld een buurthuis van de ene dag op de andere naar een ander regime kan verhuizen, als er nlalcoholhoudende drank verkocht gaat worden; er is dan een overgang van artikel 12 (alge- mene regels; geen vergunningsplicht) naar het onderhavige artikel. Het vereiste van een muziekvergunm'ng geldt niet voor (de vele) horeca- inrichtingen die onder de Hinderwet vallen; (geluid)hinderbeperking zal moeten worden geregeld in de voorwaarden van de Hinderwetvergunning. Bij het verbinden van voorschriften aan de vergunning zal in veel geval- len kunrien worden aangesloten bij de algemene regels, gesteld in de toe- 1ichting op artikel 12. Het verbod van artikel 13 geldt niet voor muziek die niet ten behoeve van het publiek ten gehore v;ordt gebracht; dit om te voorkomen dat het maken van muziek ook aan banden wordt gelegd in gevallen waarin geen open- baar belang in hat geding is. Het begrip "publiek" in het eerste lid van artikel 13 omvat ook ledenvan verenigingen die "besloten" feesten vieren. Ook hier betreft het een permanente, niet persoonlijke vergunning (ook artikel 8 is immers van overeenkomstige toepassing). TITEL V. Q¥§ri9®_9?l9i!!!!inder. flrtikel 14. Artikel 14 heeft betrekking op de vormen van geluidhinder waarin de ande- re artikelen van deze verordening en ook andere regelingen niet voorzien. Onder andere valt te denken aan: een niet-permanente aktiviteit, zoals een kermis, een heidefeest, een braderie, een rally, enz.; - het door middel van luidsprekers op voertuigen of anderszins reclameof muziek maken of mededelingen doen; 4e afd. 16 december 1982 TITEL IV. _9êlLii^t!l!2der_van_horeca-inricht i ngen flrtikel 13. ^üSi?!li-2Ëlyi^apgaraten_e.d.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1982 | | pagina 18