^e a'e- 16 december 1982 130 de recreatie-inrichting is aangebracht. 2. De sluiting geldt voor bepaalde of onbepaalde tijd; in het laatste geval wordt opheffing van de sluiting wederom openbaar bekendgemaakt. 3. Een îeder is verpiicht toe te laten dat het in het eerste lid bedoel- de afschrift wordt aangebracht. 4. Het is degene die de recreatie-inrichting inricht of drijft, verboden na de sluiting, als bedoeld in het eerste lid, bezoekers tot de in- richting toe te laten of daarin te iaten verblijven. 5. Het is een ieder verboden in een bij besluit van burgemeester en wet- houders gesloten recreatie-inrichting als bezoeker te verbüjven. 6. Onder bezoekers worden ten aanzien van de toepassing van het vierde en vijfde lid niet verstaan: a. de gezinsleden van degene die de recreatie-inrichting inricht of drijft, zomede diens buitenshuis wonende bloed- en aanverwanten; b. de personen wier tegenwoordigheid in de recreatie-inrichting we- gens dringende omstandigheden wordt vereist. 7. Een beschikking tot sluiting is met redenen omkleed; zij wordt niet genomen dan nadat de houder van de vergunning in de geiegenheid is gesteld zijn oordeel daaromtrent kenbaar te maken. Artikel 11. §e§îaaQde_recreatie:inrichtingen. 1. Op het inrichten of drijven van een bestaande recreatie-inrichting îs het in artikei 2 gestelde verbod niet van toepassing: a. gedurende zes maanden na het in werking treden van artikel 2; b. ook na de onder a bedoelde termijn, voorzover degene die de re- creatie-inrichting inricht of drijft, binnen deze termijn een ver- gunmngaanvraag, als bedoeld in artikel 3, heeft ingediend, tot- dat onherroepelijk op de vergunningaanvraag is beslist. 2. Op de vergunningaanvraag zijn de artikelen 3 tot en met 9 van over- eenkomstige toepassing. 3. Indien de gevraagde vergunning wordt geweigerd, stellen burgemeester en wethouders de aanvrager een redelijke termijn om het ir.richten of drijven van de recreatie-inrichting waarvoor vergunning is aangevraaqd te beeindigen. 3 4. Burgemeester en wethouders kunnen gedurende de periode, als bedoeldin het eerste 1idonder a of b, dan wel als bedoeld in het derde lid degene die een recreatie-inrichting inricht of drijft, aanschrijven de door hen in die aanschrijving vermelde voorzieningen te treffen, in- dien de toestand van de inrichting, in verband met de belangen die deze verordening beoogt te behartigen, dat noodzakelijk maakt. Degene tot wie de aanschrijving is gericht, is verplicht deze op te volgen. 5. Burgemeester en wethouders kunnen een bestaande recreatie-inrichtinq geheel of gedeeltelijk gesloten verklaren, indien degene die de in-" richting inricht of drijft, geen vergunningaanvraag heeft ingediend bmnen de in het eerste lid bedoelde termijn van zes maanden of niet heeft voldaan aan de aanschrijving, als bedoeld in het vierde lid. Artikel 10, met uitzondering van het eerste lid, eerste volzin, is van overeenkomstige toepassing. -7-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1982 | | pagina 7