2e afd. 27 januari 1983 7
De volgende overwegingen hebben daarbij een rol gespeeld.
L
X In alle genoemde vormen zijn er voldoende waarborgen dat de gestelde
recreatieve doeleinden conform de door het gemeentebestuur vastgestel- I
de richtlijnen worden verwezenl ijkt. I
X In alle gevallen bestaan voldoende waarborgen dat de uitvoering van het
beleid zowel inhoudelijk als financieel op elk gewenst moment kan wor-
den gecontroleerd.
X De N.V. of B.V. is de meest geëigende vorm voor een optimale bedrijfs-
matige aanpak. In de praktijk blijkt»dat een verregaande delegatie tot I
besparing van kosten leidt. Men is veelal beter in staat door een goed I
management, een flexibel personeelsbeheer te voeren, met name waar het
gaat om de kyvantitatieve en kwalitatieve bezetting. Een privaatrechte-
lijke beheersvorm, met deskundige inbreng van S.F.N., is beter in staat i
om de sportakkommodaties te beheren.
Doordat over de diensten van SFN geen omzetbelasting betaald behoeft te
worden is deze oplossing ca. f 10.000,goedkoper dan de beide andere
oplossingen. In beginsel bestaat er tussen N.V. of B.V. als beheersvorm
geen verschil dat financieel tot uitdrukking komt. Bij deze vorm wordt
de vennootschap beschouwd als dochteronderneming van SFN. Bij de stich-
tingsvorm ligt dat minder voor de hand.
Niettemin worden door enkele belastinginspekties ook dergelijke stich-
tingen geaccepteerd als "dochteronderneming"zodat in die inspekties
ook geen omzetbelasting verschuldigd is over de diensten van SFN.
Feit echter blijft, dat hier niet de zekerheid bestaat die bij de ven-
nootschap wel aanwezig is.
X De stichtingsvorm is in eerste instantie minder geëigend voor aktivitei-
ten die een bedrijfsmatig karakter hebben.
X Bij een commissie ex artikel 61 van de gemeentewet ligt het accent op het
bevorderen van een democratische besluitvorming en wel voornamelijk op
beleidsniveau.
Daadwerkelijke bemoeienis of contrôle op de dagelijkse uitvoering van
het beleid is over het algemeen gedelegeerd aan uitvoerende ambtelijke
organen, zoals een tak van dienst.
In dit opzicht onderscheidt een art. 61 commissie zich van de Raad van
Beheer van een N.V. of een B.V., die meer betrokken is bij de bedrijfs-
voering, ondersteund door het apparaat van SFN.
-9-
