12 27 januari 1983 hij allerwege ook onderschreven wordt. Het is overigens ook in overeen- stemiiing met het beieid te dezen. Inzake de benadering in de nota van de zogenaamde betere leerlinqen egt spreker dat omdat het nu éénmaal een onderwerp is dat zich naar kîn!!33, 1eent V00r beschouw'ngen, in de nota uitvoeriger üifcn 9? VP klVren 1n een achterstandsituatie, maar dat laat van- zelfsprekcnd onvër-let dat dezelfde extra aandacht zich natuurlijk ook behoort uit te strekken tot de betere leerling. Als dat niet met zo- wenirb? 1nw l10-^ staat' l1laar meer geTndiceerd is, dan is dat Ïp ieT i10 S tje' de '"tentie is in elk geval hetzelfde. nn,ier!ifc V0 a].en ln.de verdere toekomst getrokken worden op de pn dan tnmf Z1boeiend en zwaar en dat zal nog wel zo blijven ja" eigenlijk vanzelf op het punt waar alle sprekers het neiH hebben> namelijk wat men moet doen met de aanbevelingen die geld kosten. Over deze aanbevelingen is uitvoerig in het col ege qe oPorr°ieHn; Er U, Vteld h6t COl1ege is het daarmee eens - dat men dit cnrlU Z1en als een soort d°elstellingen. De nota H?i hpnfr6 i,Vân 01 tgangsP°ntenspreker vindt dat een wat beter woord. heett ook 1n de onderwijscommissie verklaard dat het wel treuria zou zijn als men geen kwaliteitsbeleid meer zou kunnen, mogen en wil- en makenuitsluitend afhankelijk van de economische situatie Nie- mana zou willen en kunnen ontkennen dat er een interdependentie is înnr6p h elementenmaar het is toch zo dat of men nu vlak voor een heroverwegingsoperatie staat, er vlak na of dat men er een Jaar *an verwijderd is, het toch altijd mogelijk moet bliiven om een goed onderbouwd beleidsstuk het licht te laten zien. Spreker acht het juist dat het probleem is aangestipt van de aan- spreekbaarheid door betrokkenen als men bestuurlijk "ja" heeft qezeqd tegen de aanbevelingen. Spreker denkt dat dit in beginsel ook zo be- noort te zijn. Dat betekent dat nastrevenswaardige zaken in de nota zijn samengebald in de desbetreffende aanbevelingen, maar dat van bestuurders natuurlijk niet verwacht kan worden dat ze zich dan ook automatisch en konsekwent voor een voorkeur die ze voor die aanbeve- lingen hebben uitgesproken sterk maken. beleïfipH^1-0 onderwijsbeleid wordt> z°als alle andere sektoren van eleid îeder jaar heroverwogen. Spreker wil die vergelijking ook naar spëcineke punt van de aanbevelingen doortrekken. Men probeert zoveel mogelijk te realiseren, maar spreker is blij dat hij ook alle sprekers heeft horen zeggen met het college eens te zijn dat een ze- red1stantle moet worden betracht waar het gaat om de financiële aanuo.i 6 ii Dat.dle n09 maar in zeer geringe mate in de toekomst aanwez'g zullen zijn îs geen geheim en was ook bekend aan de opstel- verhaaînhphhn° h nochtans een zo Z01ver mogelijk onderwijskundig a hebben gehoudenzich overigens bewust van de teruqqebrachte moge1ijkheden in materiële zin. Het college zal zich beijveren om oorzove. mogeiijk zowel inhoudelijk als in de tijd op een geëig^nd tijdstip financiele uitkomsten te plakken waar dat zinvol liikt te zijri met betrekking tot de aanbevel ingen. Mevrouw IJsselmuiden is op een aantal zaken vrij diep ingegaan. Te- recht noemt; zij de nota een fundament. De redaktiecommissie hoopt na- tuurljk ook dat zij met het schrijven van de nota iets zinvols heeft gedaan. Daar lijkt het gelukkig wel op en als zodanig is hier sprake van een fundament. y Spreker acht het juist dat de evenwichtigheid ten aanzien van de in- breng verworvenheden lager onderwijs en kleuteronderwijs nog eens be-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1983 | | pagina 12