26
27 januari 1983
is. Dat is iininers bewust ingebouwd. Inzake de kwestie uitbreiding
raadscoininissie met enkele leden is de beleidsintentie te dezen duide-
lijk. Ilet coilege heeft voorgesteld om af te wachten - dat zal zich
in elk gevai niet langer dan over 1983 uitstrekken - wat de evalua-
tie op dit stuk oplevert, opdat daarna verdere beslissingen met be-
trekking toc al of niet uitbreiding van de raadscommissie genomen
kunnen worden. Over het punt begeieidingscommissie personeel is uit-
voerig gediskussieerd. Verschi1lende figuren waren denkbaar, de ver-
trouwensexponent van het personeel en adviseur vanuit de sfeer van
het personeel toe te voegen aan of te plaatsen bij de raad van be-
heer. Het voorstel van de P.H.-fraktie was nog êén van de punten
van nader overleg met het college. Het college blijft bij de twee
ankers waar het al voor was gaan liggen. In de eerste plaats de
twee maal per jaar gehouden wordende gespreksronden tussen raad van
beheer en het totale personeel met de waarde die men daaraan kan en
moet toekennen, plus de begeleidingscommissie, waarvan men misschien
kan zeggen dat die niet de schoonheidsprijs verdient, maar die niet
zomaar uit de lucht is komen vallen. Dat heeft een voorgeschiedenis
en is nu juist het wezenlijke dat uit het georganiseerd overleg is
gekomen en dat is voor het college aanleiding daaraan vast te hou-
den. Overigens heeft het college geen moeite als men begonnen is in
de nieuwe opzet om na verloop van tijd te kijken wat er van deze
konstruktie terechtkomt. Hevrouw Noorman heeft al gesteld dat als
men boven een bepaald aantal medewerkers uitgroeit men automatisch
in een wettelijk kader vervalt. Dat is juist, maar voorzover dat
nog niet het geval is zal het college een redelijke periode aan-
zien hoe de thans voorliggende konstruktie in de praktijk uitwerkt,
opdat daarna bekeken kan worden of dat zo moet blijven of dat dat
bijgesteld dient te worden.
Inzake het door het college overgenomen punt van de 5 of 7 leden in
de raad van beheer zegt spreker dat daar een precedent voor is bij
de commissie ruimtelijke ordening, trouwens ook wel elders in de ge-
meente. Het college zal wat dat betreft slechts beslissingen nemen
gehoord de betrokken commissie.
Wat betreft de kwestie van de gebruikerscommissie zegt spreker dat
het college het wel met mevrouw Noorman eens is dat het inderdaad
wat oneigenlijk is om de raadscommissie voor de recreatie op te dra-
gen - men zou zelfs een formele vraag daarbij kunnen stellen waar
het gaat om een commissie van advies en bijstand - de onderlinge ver-
houdingen tussen de sport te bevorderen. Het is wel een oud doel van
de Sportstichtinghet moet ook gediend blijven. Mevrouw Noorman stel-
de dat dit misschien beter bij de gebruikerscommissie ondergebracht
zou kunnen worden. Daaromtrent wijst spreker op de zinsnede in het
naaere voorstel: "Omdat in de raad van beheer twee leden verbonden
met ue sportwereld zullen worden opgenomen, gaat het ons te ver om
ook nog een adviserend lid in de raad van beheer als vertegenwoordi-
ger van de gebruikers op te nemen". Waar het daar om gaat impliceert
het standpunt van het qollege - door de haast is dit er vermoedelijk
niet duidelijk genoeg ingekomen - dat de filosofie die door de heer
Solleveld is verwoord, de juiste is.
Er zitten namelijk twee mensen in de ra^d van beheer, niet alleen
uit de sportwereld komende, maar hierbij wordt duidelijk gedacht aan
het opnemen van twee zogenaamde onafhankelijken in plaats van één;
deze dienen te beschikken zowel over kennis van en/of gevoel voor
wac in de sportwereld leeft, als over de nodige deskundigheid op