27 januari 1983 27
het gebied van marketing en/of zakelijke bedrijfsvoering. Om die twee
gaat het. Die hebben dus ook een duidelijke voeling met de sportwereld.
Uat îs dus één van hen. Dan zou men zich kunnen afvragen of het dan
n°g n{)d]?.1's de adviseurdie vanuit een soort trechter in de oor-
spronkelijke gedachte kwam van de gebruikerscommissie, te plakken te-
gen de raad van beheer. Het college heeft zich daar nog eens over ne-
bogen en zich afgevraagd waar het hier in feite nu om gaat. Het qaat
erom de georganiseerde sport, de verenigingen, een zo goed en direkt
mogehjke entree te geven bij de raad van beheer.
Men kan zich ook zonder de uitbreiding van 5 naar 7, die nu door h'et
coliege wordt voorgesteld, afvragen of dat voor één vaste adviseur
überhaupt al optimaal zou kunnen gebeuren. Iemand die deskundig is in
de sfeer van het zwemmen zou voetbal- of hockeybelangen moeten beplei-
ten. Niemand zal zeggen dat dat niet kanmaar men kan wellicht beto-
gen dat een eigen benadering vanuit de eigen sfeer een betere belangen-
behartiging zou kunnen waarborgen. Het college is van mening dat dit
în teite te prefereren valt, waarbij de gedachte is dat in het over-
grote deel van de gevallen het de manager zal zijn die aangesproken
wordt en waarbij over zaken die buiten of boven zijn kompetentie gaan,
net natuurlijk de raad van. beheer moet zijn die dan aanspreekbaar
te z1Jn en waarbij men aan een bepaald lid zou kunnen denken
en aan een bepaalde procedure die nog nader ontwikkeld zou kunnen
worden. Dat is dus de gedachte die daarachter staat, zodat spreker
moet terugnemen, dat impliceert dus ook de tekst van het nadere
raadsvoorstel dat de gebruikerscommissie als zodanig niet van qemeen-
tewege zal worden geëntameerd. Mocht in de loop van de rit blijken
dat aoor autonome bewegingen een ook kwantitatief voldoende represen-
tatief te achten commissie tot stand zou komen, dan zou de raad van
beheer, maar zeker ook het college, daar positief tegenaan kijken.
neer Solleveld heeft nog gesproken over de wat luchtige wijze
waarop door het college is gesproken over de kwestie van praten over
het tenmspark. Enerzijds wordt er betoogd - zo stelt de heer Solle-
veld - dat het efficiënt is alle akkomnmodaties bij elkaar te brengen
en.met de andere hand wordt gezwaaid in de richting van de tennisver-
emgingen en wordt gesteld dat er gepraat gaat worden oin het aan hen
over te dragen. Eind 1983 zou daarvoor geschikt zijn. Spreker denkt
daar "'isschien toch wat verwarring over gekomen is en met name
over de woorden "in principe positief staan". Hiermee is de intentie
beaoeld, zoals door de heer Solleveld verwoord, dat zowel met de ver-
enigingen gesproken dient te worden en niet op een afhoudende manier,
wat de konsekwenties zouden zijn in meerderlei opzicht van een moge-
lijke overdracht van het tennispark aan de verenigingen of aan een qe-
fuseerde vereniging, jucto de konsekwenties in het algemeen van gekon-
tinueerd beheer onder de paraplu van de thans gekozen beheersvorm
voorts vindt spreker dat de heer De Bruijn een voortreffelijk betooq
eett gehouden ter ondersteuning van het raadsvoorstei
Hij merkt voorts op dat mevrouw Noorman t.a.v. de artikel 61-commissie
kennelijk goed heeft geluisterd naar wat wethouder Baar daarover in
de comnnssie heeft gezegd, want zij heeft dat nagenoeg herhaalt.
lenslotte merkt spreker op dat binnen de nieuwe beheersvorm gepooqd
moet worden zoveel mogeiijk sport- en recreatiemogelijkheden voor
zoyeel mogelijk mensen bereikbaar te maken, ook financieel, daarbii
wel van normen van redelijkheid uitgaande en voorts de zaken aan te
pakken via een vooral doorzichtige en zo simpel mogelijke konstruk-