27 januari 1983
Oe voorzitter schorst de vergadering te 22.40 uur en heropent deze
te 22.55 uur!
De heer Solleveld wi1 nog even duidelijk benadrukken dat zijn fraktie
net volledig eens is met het standpunt van het college wat betreft de in-
stelling van de begeieidingscommissie en het twee maal per jaar verga-
deren door de raad van beheer rnet het voltallige personeelwaarbij alle
zaken die van belang zijn en die opgebracht worden, kunnen worden door-
gespioken. Zij gelooft dat dit voorshands een goede kombinatie zal zijn
om aan alle mogelijke problemen het hoofd te bieden. Vanzelfsprekend
is zij er vöör dat na enige tijd deze situatie geëvalueerd wordt, maar
dat is niets nieuws, dat moet men bij iedere nieuwe organisatie doen
en spreker zou eraan willen toevoegen dat men dat bij iedere bestaande
organisatie ook geregeld moet doen om te voorkomen dat de zaak vast-
roest of verkeerd loopt. Spreker betreurt de opmerkingen van de P.H.-
fraktie, niet aileen vanavond maar reeds vele malen geuit, waarbij
bij voorbaat al een smet op de werksfeer wordt geworpen. Sprekers frak-
tie is ervan overtuigd dat met de konstruktie die nu gekozen is en met
alle waarborgen en alle extra's, er een goede voedingsbodem is voor
een goede samenwerking binnen de organisatie en spreker hoopt dan ook
dat in die sfeer het personeel tewerk zal gaan, vanuit die positieve
înstelling, wanneer het voorstel zoals het hier ter tafel ligt zal
zijn aangenomen en dus de organisatie die vanavond is besproken in
werking zal treden.
De heer De Bruijn heeft geen duideiijk antwoord gehad op zijn vraag
0111 in de loop van dit jaar de mogel ijkheden die artikel 1, lid 4, van
de wet op de ondernemingsraden en artikel 35, sub b, van de wet mede-
zeggenschap kleine ondernemingen bieden, eens te onderzoeken en te
vergelijken inet de twee andere overlegmogelijkhedennamelijk de bege-
leidingscominissie en het twee maal per jaar organiseren van een over-
1ogbijeenkomst tussen de raad van beheer en het personeel.
Spreker zou gaarne in de loop van dit jaar horen tot welke resultaten
dat vergelijken leidt.
Inzake de artikel 61-commissie zegt spreker dat mevrouw Noorman zich
oaarover tot sprekers fraktie heeft gewend. Dat vloeide zonder twijfel
voort uit het feit dat met naine het C.D.A. zich de afgelopen jaren
sterk heeft gemaakt voor de artikel 61-commissie. Inderdaad heeft zijn
fraktie voorgesteld een dergelijke commissie te overwegen voor onder
andere de gemeentelijke bibliotheek en het openbaar onderwijs.
Zij moet echter in dit verband tot haar spijt vaststellen dat dit
voorstel tot nu toe schipbreuk heeft geleden, mede door toedoen van
P-H.-fraktie, de fraktie die thans met zoveel verve de artikel 61-
cominissie aanprijst voor het beheer van de sportakkommodatiesVoor
a leduiaelijkheid wil spreker nog eens uiteenzetten in welke gevallen
en situaties het C.D.A. in het bijzonder denkt aan een artikel 61-com-
missie. Zij denkt in het bijzonder aan zo'n commissie wanneer het ge-
wensc lijkt bepaalde beheers- maar ook beleidsbevoegdheden over te dra-
gen aan de meest betrokkenen: bij het onderwijs aan de ouders, bij de
bibliotheek aan de gebruikers. Zo gezien gaat het dus om een zo groot
mogelijke participatie van de bevolking en een zo demokratisch moge-
lijke aanpak. Nu kan men uiteraard ook bij de sportakkommodaties in
deze richting denken, maar dan zal men wel zo konsekwent moeten zijn
beheerstakenzelfs eventueel beleidstakenaf te stoten aan de gebrui-
kers en spreker heeft niet begrepen dat de P.H.-fraktie hieraan denkt.