3
er raoet koraen en tot zolang kan ook de solidariteitswinkel daar blijven.
Mevrouw Bierraan acht het duidelijk dat als bij een voetgangersdoor-
gang, die van lets naar iets gaat, ëén van die twee elementen ontbreekt,
het niet zinvol is een passage aan te leggen. Eén ding begrijpt zij
echter niet. Reeds nu is het tijdelijke parkeerterrein aan de kop van
de Blekersvaartweg aangelegd. Ous als het college het relateert, gezien
de huidige situatie, aan de werkzaamheden aan de Binnenweg, dan heeft
raen op het moment dat men aan de Binnenweg begint ook werkelijk een
doorgang nodig. In die zin zou zij de uitleg van het college kunnen be-
grijpen.
Wethouder Baar antwoordt dat de vraagstel1ing is gekomen op het rao-
ment dat er overleg plaatsvond met de bewoners en de winkeliers aan de
Binnenweg over de uitwerking van het herinrichtingsplan. Toen wist men
niet beter of er zou éénrichtingsverkeer komen van zuid naar noord over
de gehele Binnenweg. Op dat moment werd verondersteld dat als aan de
Blekersvaartwegongeveer in de omgeving van het onderhavige pand, al
dan niet provisorisch, sprake zou zijn van het bestaan van een parkeer-
voorziening anders dan die er op dit moment al is, het dan een zinvolle
zaak zou kunnen zijn om die provisorische parkeervoorziening in relatie
te brengen met de herinrichting van de Binnenweg, dus ook op dat moment
hec desbetreffende pand af te breken en een passage te maken. Dat wil
zeggen dat ais er aan de Blekersvaartweg geen sprake zou zijn van deze
parkeervoorzieningprovisorisch dan wel definitief, de afbraak van het
pand ook eigenlijk niet nodig zou zijn want dan zou men het doen in re-
latie tot de herinrichting sec.
Duidelijk is dat zeker niet zomaar willekeurig tot afbraak zal worden
overgegaan en tot het scheppen van een passage. Daar moet een dujdelij-
ke zin aan verbonden zijn en die zin houdt inderdaad verband met de
parkeermogelijkheden aan de Blekersvaartweg.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten dit punt voor kennisge-
ving aan te nemen.
8. Brieven van het Bureau voor Rechtshulp inzake de bezuinigingsvoor-
stellen van de minister van justitie op de kosteloze rechtshulp.
9. Brief van de Stichting Culturele Raad Noord-Holland inzake bezui-
nigingen in de culturele sektor.
10. Brief van burgemeester en wethouders van Muiden waarbij ter kennis-
neming wordt toegezonden een kopie van een motie van de raad dier
gemeente inzake de ontwerp-Financiële verhoudingswet 1984.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de stukken, vermeld onder
de punten 8 t/m 10, voor kennisgeving aan te nemen.
11. Brief van burgemeester en wethouders van Zaanstad waarbij ter kenni?^"
neming wordt toegezonden een kopie van een motie van de raad dier
gemeente inzake de uitvoering van de Algemene Bijstandswet.
Mevrouw Lindeboom zegt dat haar fraktie oog heeft voor de beperkte
rol van de gemeente in het beïnvloeden van inkomensposities. Maar toch
wi1 zij instemming betuigen met de motie die de gemeenteraad van Zaan-
stad heeft aangenomen en die betrekking heeft op de beperking van de
vrijlating bij verrekening van eigen inkomsten voor bijstandsgerechtig-
27 januari 1983