2e afd. 24 februari 1983 25
ONTWERP-FINANCIELE VERHOÜDINGSWET 1984
Heemstede, 15 februari 1983.
Aan de raad
De sinds 1980 versiechterende economische situatie in ons iand is niet
ongemerkt aan de gemeenten voorbij gegaan. Als gevolg van het steeds
toenemende financieringstekort heeft het rijk zich genoodzaakt gezien
op de uitkeringen aan de geniëenten, zowel de speeifieke als algemene uit-
keringen, kortingen toe te passen, die hebben geleid tot een derving aan
inkomsten voor de gemeenten van vele railjoenen. Mét name de kortingen
op de algeraene uitkeringen hebben een forse aansiag op het geraeentelijk
budget teweeg gebracnt, aie vanwege de gemeenten vaak niet anders dan
na het zich getroosten van vele inspanningen konden worden opgevangen.
De volgende kortingen op de algemene uitkering hebben de geraeenten tot
nu toe te verwerken gekregen, waarbij wij opmerken dat geen rekening is
gehouden met het cumulatief effekt hiervan:
a. in 1980: 7 punten;
b. in 1981: 4J punt en f 0,80 per inwoner;.
c. in 1982: 4 punten;
d. in 1983: 12^ punt en f 0,50 per inwoner.
In ae circulaire van de staatssecretaris van binnenlandse zaken d.d.
17 december j.l. is voorts aangekondigddat in het kader van de uit-
voering van het regeerakkoord voor 1984, 1985 en 1985 nog eens rekening
moet worden gehouden met kortingen van 6^, 10 en 18 punten; uitgangspunt
is daarbij, aat een gedeelte van deze kortingen evenals een gedeeite
van de korting in 1983 op basis van het regeerakkoord (6| punt) door de
gemeenten wordt opgevangen door toepassing van het profijtbeginsel
Met name wordt gedacht aan verhoging van de tarieven van de rioolrechten,
de reinigingsrechten en de afvalstoffenheffing. Voor wat betreft 1983
zijn deze tarieven echter reeds door de raden vastgesteld, zodat een
extra vernoging slechts gedeeltelijk het geleden verlies voor de gemeen-
ten kan compenseren. Met bovenstaande opsomming van kortingen is het
financiële leed van ae gemeenten nog niet geleden.