2e afa.
24 fenruari 1983
26
de algemene uitkering te vervangen.
Eind 1976 werd, om de mogelijkheid van een nieuwe bebouwingsmaatstaf te
onaerzoeken, eep werkgroep ingesteld, waarin de Raad voor de gemeente-
financiën en déiministeries van Financiën en van Binneniandse Zaken ver-
tegenwoordigd waren. In 1981 is aan het Instituut voor Onderzoek van
Overheidsuitgaven (1.0.0.) opdracht verleend een onderzoek in te stellen
naar de gemeentelijke financiën, teneinde via een statistische analyse
van het uitgavenpatroon van gemeenten, aanbevelingen te doen over de ma-
nier waarop de hoeveelheid en zonodig de spreiding van de bebouwing in
een gemeente in-de algeinene uitkering uit het gemeentefonds kunnen worden
opgenomen. Het definitieve rapport van dit instituut is zeer recent ge-
reed gekomen.
Tengevolge van de nieuwe Financiële Verhoudingswet in de huidige versie
zal de financiële positie van de vier grootste gemeenten van ons land,
te weten Amsterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage en Utrecht aanzienlijk wor-
den verbeterd dit ten koste van andere gemeenten, namelijk:
Amsterdam met f 46.237.888,00
Rotterdam met f 31.503.528,00
s-Gravenhage met f 17.644.008,00
Utrecht met f 11.697.456,00
Voor de grootste gemeenten ontstaat er een compenserend effekt op de be-
zuinigingen, terwijl voor de meeste andere gemeenten, waaronder de in het
overleg betrokken gemeenten sprake is van een cumulerend bezuinigingsef-
fekt. Wij en onze collega's van de aan het overleg deelnemende gemeenten
zijn van mening, dat dit effekt op dit moment en in de mate waarin het
zich thans voordoet onze gemeenten voor onoverkomelijke, niet op te van-
gen, financiële problemen stelt en achten het dan ook noodzakelijk te
streven naar uitstel van de invoering van de nieuwe financiële verhou-
dingswet. Een tweede argument hiertoe menen wij te kunnen vinden in het
feit, dat de gemeenten, gelet op de snelheid waarmede de invoering ge-
paard gaat, onvoldoende in de gelegenheid zijn gesteld om de uitgangs-
punten, die aan het ontwerp ten grondslag liggen, te bestuderen en van
CGsmentaar te voorzien. Daarenboven bevreemdt het ons, in deze tijd van
-4-