26
inspraak, openbaarheid van bestuur e.d. zeer, dat het rijk de gemeen-
ten op deze wijze voor een voldongen feit tracht te plaatsen.
Aangedrongen zal er naar onze inening dan ook moeten worden op een hoor-
zitting over het wetsontwerp in de Tweede Kamer, waarbij de gemeenten
hun gevoelens terzake het wetsontwerp kenbaar kunnen maken.
Voorts zijn wij met de V.N.G. van mening, dat er jaarlijks een herver-
delingsacct-es van 35 miljoen beschikbaar zou moeten komen om het nadelig
effekt van de nieuwe financiële verhoudingswet 1984 voor een deel weg te
nemen. Wij menen evenweldat hiermede niet kan worden volstaan. Ten-
einde de gerneenten in voldoende mate in de gelegenheid te stellen het
dan nog resterende tekort op te kunnen vangen achten wij een gefaseerde
invoering over een periode langer dan 10 jaar gewenst, hetgeen er toe
zal leiaen dat de achteruitgang ten opzichte van de huidige financiële
verhoudingswet procentueel gezien jaarlijks iager zal zijn.
Uit het vorenstaande kan de conclusie getrokken worden dat bij de afwen-
teling van de rijksbezuinigingen op de gemeenten essentieel duidelijk-
heid dient te bestaan over:
1. ae mate waarin deze rijksbezuinigingen doorwerken naar de lagere
overheid;
2. het tijdstip waarop de lagere overheden geconfronteerd worden met de
rijksbezuinigingen en
3. het tempo waarin de rijksbezuinigingen door de lagere overheden moe-
ten worden verwerkt.
Indien aan de onder 1, 2 en 3 vermelde voorwaarden niet voldoende wordt
voldaan, komen de gemeenten in feite financieel daardoor in de problemen.
Een voorbeeld daarvan is de laatstelijk ontvangen en reeds eerder geme-
moreerde circulaire van de staatssecretaris van binnenlandse zaken d.d.
17 december j1
Gezamenlijk concluderen wijdat - naast andere ombuigingsmaatregelen van
het rijk - de herverdelingsmaatregelen voor de meeste gemeenten onherstel-
bare financiële gevolgen zullen hebben.
2e afd.
24 februari 1983
