4e afd.
26 mei 1983
65
gelegenheid zal hebben zijn kampeerwagen of caravan voor een te onderne-
men reis gereed te maken, respektievelijk op te ruimen.
Met het gebruik van het woordje "op" is beoogd aan te geven dat niet be-
wezen behoeft te worden, dat het betrokken voertuig drie dagen onafgebro-
ken op dezelfde plaats heeft gestaan en dus niet - al was het maar êén
meter - is verplaatst. Volstaan kan worden met aan te tonen dat het
voertuig op enig tijdstip (op drie achtereenvolgende dagen) op de weg
(dit behoeft niet steeds dezelfde plaats te zijn) geparkeerd heeft ge-
staan. Onder het begrip "voor de recreatie bestemd voertuig" valt ook
een boottrailer.
Artikel 5.
In vergelijking met artikel 157 APV is in dit artikel het aspekt commer-
ciële reklame middels voertuigen achterwege gelaten. Immers artikel 3
omvat alle vormen van commerciële reklame middels voertuigen op de weg.
Verder is het eerste lid onder a, behoudens het achterwege laten van
het expliciet noemen van eigenaar, houder of bestuurdêr (zie hierom-
trent toelichting artikel 4 betreffende daderschap)hetzelfde als arti-
kel 157 APV.
Het op basis van artikel 157 APV door burgemeester en wethouders d.d.
29 juli 1975 genomen besluit moet ingetrokken worden.
Een identiek besluit maar dan gebaseerd op artikel 5 Parkeerexcessen-
verordening dient vervolgens door burgemeester en wethouders genomen
te worden.
Artikel 6.
Dit artikel stemt nagenoeg woordelijk overêén met artikel 150 APV.
Gewijzigd is het aantal dagen. (van vier in drie).
De reden is om zoveel mogelijk dezelfde termijnen in de parkeerexces-
sen-verordening aan te houden. (zie art. 4).
Artikei 7.
Dit artikel is hetzelfde als artikel 158 APV. De definitie "voertuig-
wrak" is weggelaten omdat deze overbodig geworden is.
-10-
