4e afd. 26 mei 1983 65 flrtikel 8. Dit artikel komt in grote lijnen overeen met artikel 94, le lid APV. Wel heeft ten opzichte van artikel 94, le lid, een verruiming plaats- gevonden, omdat nu ook de aan gebruikers van voor ander dagelijks ge- bruik dan bewoning bestemde gebouwen toegebrachte hinder of overlast wordt tegengegaan. Tevens is de hinder of overlast thans niet meer beperkt tot de belem- mering van het uitzicht, maar kunnen ook andere vormen daarvan in dit verband een rol spelen. De in het tweede lid opgenomen uitzondering ontziet bijvoorbeeld het parkeren van hoogwerkers, meetwagens, verhilis- wagens e.d. waarbij dat parkeren over het algemeen van zeer beperkte duur is. Anders dan in artikel 5 is hier geen ontheffingsmogelijkheid geboden omdat deze niet strookt met het hinderlijke karakter van het hierbedoelde parkeren. flrtikei 9. Dit artikel is het 2e lid van artikel 94 APV. De werkingssfeer is verruimd door behalve omwonenden ook gebruikers van nabij gelegen gebouwen of terreinen te noemen. Artikel 10. In verband met de risico's die zijn verbonden niet alleen aan het ver- voeren van gevaarlijke stoffen, maar ook aan het parkeren van voertui- gen die worden gebezigd voor het vervoer van zodanige stoffen, is uit oogpunt van openbare veiligheid dit artikel ontworpen. (zie in dit verband ook artikel 117, le lid onder a van de APV). Artikei 11. Dit artikel is gelijk aan artikel 159 APV. Het tweede lid van artikel 159 kan vervallen omdat in artikel 1 bij het begrip "voertuig" de kleine voertuigen al uitgezonderd zijn. Artikei 13. Deze bepaling maakt het mogeiijk om naast de algemene opsporingsambte- naren ook anderen als opsporingsambtenaren in de zin van de parkeerex- cessen-verordening aan te wijzen. Te aenken valt hierbij aan bijvoorbeeld de mi1ieucontroleurs-11-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1983 | | pagina 101