30 juni 1983
183
Blekersvaartgebied een zodanige invulling in het centrum betekent dat
daar ook een groei van de autonome verkeersbewegingen het logisch ge-
volg van zat zijri. Mevrouw Karssen neemt het realistische standpunt
in dat een dergelijk gevolg nu éénmaal een prijs is die men voor dat
soort ontwikkelingen zal moeten betalen. Waar mensen zijn, ontwik-
kelt zich automatisch een vorm van overlast op de medemensen een
heel oud en heel eng probleem en ook dat zal hier niet geheel' weg te
denken zijn. Mevrouw Karssen heeft begrip voor de gevoelens van de
bewoners yan de Koediefslaan en zij eist van het college dat de nade-
len zoveel mogelijk zullen worden geminiseerd juist om die leefbaar-
heid van de Koediefslaan ten maximale te beschermen. Het is natuurlijk
zo dat een straat of een woongebied, grenzend aan een winkelcentrum
nu eenmaai als bij-omstandigheid heeft dat bezoekers van dat winkel-
centrum onvermijdelijk een extra druk geven op die woongebieden; dat
zou ook het geval zijn indien A.H. niet aan de Blekersvaartweq qeves-
tigd zou worden.
Inderdaad heeft A.H. de voorwaarde moeten aanvaarden dat het adres
op de Zandyoortselaan minstens 3 jaar na de opening van de nieuwe ves-
tigmg blijft gehandhaafd. Het college vindt het ook logisch dat dit
îs geaccepteerd, want als die vestiging zou ophouden te bestaan, dan
zou dat onherroepel i jk een nadeel betekenen. Het is alleenop zich
verwonderlijk dat een ondernemer zich de voorwaarde laat stellen om
een exploitatieverplichting gedurende meerdere jaren te garanderen
Dat heeft spreker in nogal wat jaren ervaring nog nooit beleefd
Mevrouw Karssen vreest, dat als de A.H.-verplaatsing niet zou door-
gaan er dan sprake zou zijn van een achteruitgang van het bestaan-
de bedrijf van A.H. en dat A.H. zijn gereserveerde miljoenen dan
elders gaat investeren en wellicht zelfs om de hoek, in Schalkwijk,
zo dat dan pas eerst goed sprake kan zijn van sterk nadelige effek-
ten. Wat daarvan zij, spreker durft deze bewering niet te ondersteu-
nen omdat hij denkt dat A.H. toch moeilijk wegdenkbaar is uit deze
gemeente, maar het collegeheeft in een betoog tijdens een vergade-
ring met de winkeliers een verklaring van éên van de direktieleden
van A.H. gehoord dat A.H. inderdaad, indien zij haar boodschap
niet kan uitbrengen, een dergelijke situatie niet ondenkbaar acht.
Mevrouw Noorman begon haar betoog met de introduktie van een fraai
versdat uitmondde in het negatieve: een A.H.-vestiging zal ons
opbreken. Ook zij herinnert aan het feit dat de positieve uitkomst
van het d.p.o.-onderzoek bepalend zou zijn voor een nieuwe vesti-
ging. Zij legt de nadruk bij de moei1ijkheden die omstreeks 1990
te vrezen zouden zijn, zelfs winkelsluitingen, tengevolge van de
A.H.-yestiging en dat in de kleinere buurtcentra bepaalde mensen,
die zich niet per auto kunnen bewegen, de winkels in hun buurt zôu-
den kwijtraken. Een dergelijk bar perspektief heeft spreker niet zo
expliciet horen verkondigen door welke geraadpleegde deskundige dan
ook. Men heeft zeker vastgesteld dat er sprake zou zijn van een
extra druk, gekoppeld en veroorzaakt grotendeels door de economische
recessie en door de terugloop van ons inwoneraantalSpreker herin-
nert er overigens aan dat er tendenzen zijn waarbij die terugloop
van inwonersaantallen zich niet meer zo sterk zal manifesteren als
eerder in de planologie en in de sociologie vermoed werd. Men heeft
jarenlang gedacht aan een Nederland in 1990 van 20 miljoen mensen.
Dat is het beslist niet geworden. Zo kan men maar zien hoe men zich
op langere termijn statistisch geweldig kan vergissen.
Mevrouw Noorman beeft in haar betoog gewezen op een zestal punten