30 jun; 1903 20
Ue voorzitter schorst de verqaderinq te 23.13 uur en heronent deze te
23.22 uu?:
Wethouder Baar is blij dat de heer Van der Hulst de behandeling in de cot
taissies heeft aangehaald, want hij is met hem van mening dat die behandelint
niet optimaal is verlopen. Dat is waarschijnlijk rnede te wijten aan de gekg-
zen aanpak. Het college heeft die zaak al eens onder ogen gezien en hij denl'
namens het college te spreken als hij stelt dat deze zaken in de toekomst
waarschi jnl i jk beter een gekontbineerde behandeling in commissies\ kunnen heb-
ben. De verschi1lende naar voren gebrachte aspekten raken de voor- en nadel«
die verbonden zijn aan het huidige systeem en de voor- en nadelen die van he
nieuwe systeem worden verwacht. Spreker denkt dat men daar lange tijd over
kan praten zonder het daar exakt over eens te worden en wie het gelijk zal
hebben is, meent spreker, nu ook niet exakt aan te geven, dat is mogelijk nc
verloop van tijd beter te beoordelen. Daarom wil hij nu op voorhand al zeg-
gen dat de gedachte die naar voren is gebracht inzake het draaien van een
bepaalde termijn op proef, waarbij men naar sprekers mening zou moeten denkf
aan toch wel een jaar, met een daarop aansluitende evaluatie - een evaluatie
die uiteraard voorzien moet zijn van de grootst mogelijke informatie - zonde
meer de instemming van het college kan hebben. Dat neemt echter niet weg dal
er thans wel eens accenten worden gelegd waarvan men zich zou kunnen afvrage
of ze wel helemaal juist liggen. Als bijvoorbeeld de kwestie van het herge-
bruik en de kwestie van de onderl inge uitruil scerk worden benadrukt, dan heef
spreker daar begrip voor uit een oogpunt van een andere beleidsintentie, die
ook duidelijk is geformuleerd, namelijk het streven naar een zo optimaal mo-
gelijk hergebruik van de zaken die aan de reiniging worden aangeboden. Dan
moet spreker wel zeggen dat er bij de reiniging op dat punt ook een stukjé
ervaring is. Die onderlinge uitruil kan in bepaalde situaties wel eens leuk
zijn en ook misschien wel nuttig, maar daar heeft men bij de reiniging ook
heel ongunstige ervaringen mee. Eén daarvan is bijvoorbeeld dat ook de jeugd
"struint" en ook heel wat verzamelt, daar moet men zich niet over verbazen.
Dat komt misschien ook wel eens op een goede plek terecht, maar ook heel vaal
op verkeerde plekken. Spreker gunt het de jeugd best, daar gaat het niet om,,
maar van de spullen die ze langs de weg vinden kunnen ze mooie dingen bouwen
hutten, enzovoort, maar op een gegeven moment vindt de reiniging dat spul
terug, op straat en niet op een ordelijke wijze maar op een onordelijke wijz
dat is gewoon een feit en daar mag men niet aan voorbij gaan. Ook de mense-
lijke aspekten spelen een rolBij de reiniging werken een aantal mensen,
mensen die dagelijks gekonfronteerd worden met burgers, die hebbelijke gewoo
ten hebben maar helaas ook wel eens onhebbelijke gewoonten. Als er dan in de
Afvalstoffenverordening staat dat er bundels mogen worden aangeboden van een
bepaalde omvang, dat mag dan 100 cm. lang zijn en er zijn er die ze aanbiede;
met een lengte van 150 of zelfs 2 meter, dan kan spreker dat eigenlijk niet
meer zien als een hebbelijke gewoonte. Als de rolemmer gevuld blijkt te zijni
met puin,_dan zal men toch in redelijkheid niet mogen verwachten dat de menS'
dat nog meenemen. Spreker wil er maar mee zeggen dat de mensen van de reini-
ging nogal wat meemaken in de gemeente en ze ontmoeten nogal eens een situat
waarin ze werkelijk op hun zenuwen worden gewerkt door burgers en waar van
hen het maximale wordt gevraagd.
Het vuil dat door burgers is neergezet, de avond tevoren of pas als ze ontde
hebben bij een buurman dat het grof-vuil-dag is - soms ontdekt men dat heel
laat, op het moment dat de auto al geweest is en dan zet men het alsnog aan
de weg - wordt wel op ordelijke wijze neergezet, maar dan moet men ervaren da'
die ordelijke hoop op een gegeven moment, als de reiniging komt, niet meer
ordelijk is en dat is ook psychisch voor die mensen een hele druk.
Men kan dit prachtig technisch benaderen door te stellen dat dan de veegwagei'
n°g eens langs moet komen, zo lost men dat allemaal wel op, maar dan heeft j