222
1 september 1983
gesteld zou zijn geheel weggenomen is. Zij denkt dat het in de lijn
ligt van de genomen raadsbesluiten om deze exploitatieovereenkomst in-
derdaad met de beide maatschappijen aan te gaan.
De heer Borghouts betreurt dat het college zijn voorstel tot uit-
stel met aanneemt, want er zijn geen gronden voor geleverd op zijn
vraag of zijn stelling juist is dat er geen schade ontstaat bij 4 we-
ken uitstel, anders dan dat gezegd wordt dat het zou kunnen, maar dat
er dan enige twijfel bij de contractpartners gaat ontstaan of de qe-
meente wel serieus de overeenkomst zou willen. Dat is dan hetzelfde
soort twijfel dat de bezwaarden ook hebben, want daar ontstaat eniqe
twijfel înzake de serieuze afweging van het bezwaar
Naar sprekers oordeel had 4 weken uitstel wel gekund. Zijn fraktie be-
treurt dat het college daar niet voor 4oelt, maar niet daarom zal zij
tegen het raadsvoorstel stemmen. Dat zij tegen de overeenkomst stemt
is onl een heel andere reden. In de commissie al heeft zijn fraktie
gewezen op het zogenaamde kettingbeding dat in deze overeenkomst zit.
Het kettingbeding in de overeenkomst met Smit's Bouwbedrijf B.V. vindt
men in artikel 9. Daarin staat dat zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van burgemeester en wethouders de verkrijger van de woning
verplicht is zelf daarin te wonen en het niet mag vervreemden binnen
een termijn van drie jaren en dat beding moet doorgeschoven worden
naar de volgende verkrijger van de woning. Zij vindt wat in artikel 9
staat, met nog een boetebeding in artikel 10 van f 25.000,— als men
zich er niet aan houdt, toch werkelijk nauwelijks waard een ketting-
beding genoemd te worden. Genoemd te worden een beding waarmee men
recht doet aan wat men wil en wat men wil is toch dat van het binnen
korte termijn vervreemden van een woning, met behulp van overheids-
geld gebouwd, het voordeel van de vervreemding niet te laten vloeien
1n oe zakken van de bewoner-eigenaar. Het beding dat er nu instaat
stelt niets voor. De raad heeft in het verleden ook wel kettingbedin-
gen în dit soort overeenkomsten opgenomen. Nog een aantal jaren gele-
den was zo'n verbod opgenomen voor 10 jaar, een jaar geleden nog
voor 5 jaar en nu is het werkelijk een minimum geworden, waarbij ook
n°g een berekeningsgrondslag ontbreekt die heel normaal was in de tot
nu toe opgenomen exploitatieovereenkomsten. Zijn fraktie vindt dat het
het goed recht is van de gemeente om een aantal jaren in ieder geval
zeker te stellen dat niet partikulieren de winst die bij behalen bij
het verkopen van womngen, met steun van overheidsgeld bebouwd, in
hun zak steken; zij vindt dat die winst bij de overheid moet komen,
aitnans dat de niogelijkheid moet worden opgenomen dat die winst niet
gemaakt wordt door de verkoopsom te reguleren aan bepalingen in de
overeenkomst. Daarom zal zij tegen dit voorstel stemmen. En als ge-
zegd wordt dat het er bij de huidige woningmarkt toch helemaal niet
naar uitziet dat er zulke winsten gemaakt zullen worden, dan meent
spreker dat dat in de eerste plaats helemaal niet zeker is en ten
tweede, als men daar zo van overtuigd is, dan staat niets in de weg
strengere bepalingen op te nemen.
Wethouder Arnoldy meent dat uiteraard was te verwachten dat de heer
Borghouts de kwestie van het kettingbeding en alle zaken die daarmee
te maken hebben en de filosofieën die eraan ten grondslag liggen in
deze vergadering naar voren zou brengen, want het is eigenlijk, zij
het vrij summier, al aan de orde geweest tijdens de commissievergade-
ring. Het is nu eenmaal een kwestie van inschatting van de werkelijke