256 twee wethouders wat zij op genoemde konferentie beleefd hebben. Spreekster wil er nogmaals op wijzen dat zij daar niet namens haar frak- tie zijn geweest. Zij heeft dat indertijd met klem gezegd. Zij heeft geen behoefte aan het formuleren en het ondersteunen van de motie. Zij heeft ook geen behoefte om anderszins officieel namens de ge- meente, zoals in de brief gevraagd wordt, een standpunt in deze zaak te bepalen. De voorzitter schorst de vergadering te 20.58 uur uur en heropent deze te 21.14 uur. De voorzitter antwoordt dat het college ook niet is kunnen ontkomen aan de goede Hollandse eigenschap dat bij belangrijke zaken als het fluit- je gaat^iedereen gaat staan bij het boompje waar hij vandaan komt, dat wil zeggen dat er voor de beide moties in het college geen meerderheid gevonden is. Ten aanzien van de motie van P.H. is alleen de heer Van Amerongen v<5dr en de rest van het college tegen. Ten aanzien van de C.D.A.-motie zijn de heer Baar en ondergetekende vödr de motie en de rest tegen, hoewel spre- ker er wel uitdrukkelijk moet bij zeggen dat de twee wethouders van de V.V.D. verklaard hebben dat zij het met de inhoud eens zijn naar dat ze om procedurele redenen, zoals die ook door mevrouw Bierman zijn verwoord, toch niet de motie kunnen steunen. Wethouder Baar merkt op dat de raad in meerderheid de heer Van Amerongen en spreker heeft afgevaardigd naar de zogenaamde burgemeesterskonferentie. Waarom zijn zij daar naar toe afgevaardigd? Spreker denkt dat de raad op dat punt heel duidelijk is geweest. Vaak is in de afgelopen jaren de vraag gesteld: kan er op het gebied van vraagstukken van vrede en veiligheid in zijn algemeenheidmaar in het bijzonder wanneer het gaat om de plaat- sing van kernwapens op gemeentelijk grondgebied, een taak weggelegd zijn voor de gemeenten zelf, of is dit uitsluitend een aangelegenheid van rijksverantwoordelijkheid? Daar waren wat vragen over. De antwoorden la- gen niet steeds voor het grijpen en spreker achtte het een heel goede zaak als er in een dergelijke konferentie eens wat nader bij zou worden stil- gestaan en er ook een grotere duidelijkheid over zou kunnen worden ge- schapen. Dat is voor spreker persoonlijk zeker ook de reden geweest waar- om hij bereid geweest is aan die konferentie deel te nemen. Hij heeft er achteraf zeker geen spijt van want het is een heel leerzame konferentie geweest, ook in die zin. Wat is de belangrijkste konklusie geweest? Op dat punt is er, zo meent hij, weinig onduidelijkheid, hij denkt dat de heer Van Amerongen het ermee eens zal zijn dat er formeel gezien voor de gemeenten niet of nauwelijks mogel ijkheden zijn wanneer het gaat om de vraagstukken die zojuist zijn genoemd. Als een gemeente toch iets zou willen doen dan moet dat meer worden gezocht in het doorbrieven als het ware van ongerustheid cie onder de bevolking leeft. Zij kan dan misschien in de uitiagen wat variatie aanbrengen, maar dat is het toch wel inhoofd- zaak. Natuurlijk kan een gemeenteraad zeggen: ik verklaar onzé gemeente kernwapenvrijdat kan op zich een heel dapper besluit lijken, alleen haalt dat verder uiteraard niets uit. Als spreker door de heer Borghouts is uitgenodigd om zijn ervaring weer te geven dan is dat deze dat hij denkt dat de konferentie wat hem be- treft ertoe heeft bijgedragen dat zijn bereidheid om nu eens als gemeen- teraad niet uitsluitend formeel bezig te zijn maar ook door middel van een motie toch een stuk ongerustheid door te geven, daardoor groter gro- ter is geworden en dat is ook mede reden waarom hij zich graag bij de 27 oktober 1983

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1983 | | pagina 11