265
27 oktober 1983
Mevrouw Noorman"Is "thans" niet later wel?".
Wethouder Arnoldy: "Thans is thans mevrouw, ik heb voor "thans" geen
ander woord ter beschikking dan het woord "thans".
De heer Borghouts vraagt of zijn interpretatie dat "thans" slaat op
het moment van het antwoord geven juist is.
Wethouder Arnoidy kan inderdaad zeggen dat het woord "thans" slaat
op het niet voornemens zijn van het college, op dit moment dus, thans,
tot ontkoppeling over te gaan, en hij zal niet zeggen dat het college
te zijner tijd daartoe wel wenst over te gaan. Als dat de teneur is van
de vraagstel1ing van de heer Borghouts respektievelijk mevrouw Noorman,
dan moet spreker zeggen dat het coliege niet voornemens is reeds thans
te zeggen dat het te zijner tijd wel tot ontkoppeling zal overgaan.
Hij hoopt dat hij zich nu voor ieder begrijpelijknog steeds gebruik
makende van de Nederlandse taalheeft kunnen uitdrukken.
De heer Solleveld heeft nog opgemerkt dat het natuurlijk niet zo is dat
de urgentie van de woningbouw zou worden miskend doordat het college
voornemens is getrouw aan het besluit van de raad naar zijn visie en op
grond van de informatie en de voorwaarden die hem door de minister zijn
gesteld, te handelen. Daar is het college het ten volle mee eens. Het
heeft niet voor niets regelmatig besprekingen met alie instanties die
over onze pianologie mede moeten beslissen; meestal komt dat dan neer op
de financiële grond. Het komt ook niet voor niets opmerkingen tegen dat
Heemstede op dit moment eigenlijk wel erg geavanceerd op het gebied van
de woningbouw aan de gang is. Dat beschouwt het college voorlopig nog
als een kompliment. Het geeft wel technisch problemen als het over de
nodige financiën gaat. Het is dus naar zijn mening niet relevant om aan
het college de vraag te stellen: bent u dan meer voor een winkei dan
voor een woning? De aard van de vraag is van een soort waar spreker het
moeilijk mee heeft om een serieus antwoord op te geven.
Tenslotte heeft de heer Solleveld gezegd dat in de aktiviteit van de
vraagstei1ing minstens een aanzwengelend karakter heeft gezeten bij de
ontwikkeling van bezwaarschriften vanuit de bevoiking. Dat aanzwengelend
karakter laat spreker graag voor zijn mening. Spreker heeft nota genomen
dat de P.H.-fraktie op geen enkele wijze aktie heeft gevoerd met betrek-
king tot de ontwikkeling van bezwaarschriften. Dat doet hem veel genoe-
gen want het zou anderszins toch misschien op gespannen voet komen met
de loyaliteit waartoe men terzake van de naleving van raadsbesluiten ge-
houden is, althans meerdere frakties in deze raad hebben in het recente
en in het langere verleden blijk gegeven van een konsekwente en ioya-
le houding aan een meerderheidsstandpunt indien dat hun eigen standpunt
niet is geweest.
De heer Borghouts wil ingaan op de nogal grove beschuldiging dat
sprekers fraktie bêzwaarschriften heeft aangezwengeld, dat zij had ge-
zorgd dat mensen op het idee kwamen dat ze ook wel eens een bezwaar-
schrift kunnen indienen om de Albert Heijn-vestiging toch niet door te
iaten gaan. Dat heeft spreker ontkend. Hij wil ook wel zeggen, iets waar
de heer Solleveid kennelijk niet altijd toe in staat is om volstrekte
helderheid te geven, dat toen mensen bij sprekers fraktie kwamen met de
vraag hoe zij bezwaren kunnen indienen tegen Albert Heijn, zij toen een
voor iedereen toegankelijk exemplaar van de wet op de ruimtelijke orde-
ning heeft gepakt en gezegd hoe dat dan zou kunnen. Dat is niet anders
dan wat de gemeente doet. Die geeft mes een aavertentie ia een blad te