27 oktober 1983 266
kennen - dat ook weer voor iedereen toegankelijk is - dat de raad een
besluit heeft genomen, maar dat het natuurlijk iedej>>een vrij staat daar
binnen 30 dagen bezwaren tegen in te dienen. Spreker vraagt waar het ver-
schil zit; hij denkt nergens.
Hevrouw Karssen is ingegaan op het indienen van bezwaarschriften door in-
woners en de sociale gevolgen en de verantwoordelijkheid daarvoor.
Zij zegt dat de bewoners niet alieen voor zichzelf verantwoordelijk zijn
maar ook voor de samenleving en dus ook voor de sociale gevolgen.
Spreker kan het daar niet mee eens zijn. De wet heeft iedereen het recht
gegeven om bezwaarschriften tegen een beslissing die de raad gaat nemen,
in të dienen. De wet heeft niet gezegd en heeft ook niet bedoeld te zeg-
gen, dat die bewoners, die overwegen een bezwaarschrift in te dienen,
zich goed rekenschap moeten geven van de sociale gevolgen die dat zou
kunnen hebben. Dat zou wat moois zijn: de raad heeft alles af te wegen,
alles voorzover het door hem is te overzien, maar niet degenen die vanuit
hun belang een bezwaarschriftenprocedure op gang brengen. Dat is nu juist
wat de wetgever heeft gewild: belanghebbenden moeten aan het daartoe aan-
gewezen orgaan bezwaren kenbaar maken die zij tegen een voorgenomen be- 0
sluit hebben. Spreker vindt dat dit toch maar heel helder moet zijn want
er is in het iand ook op kabinetsniveau niet alleen dit jaar maar al een.
paar jaar een diskussie aan de gang inhoudend dat men toch maar eens af
moet van de bezwaarschriften, men moet toch eens af van rechten van bur-
gers om zich op die manier te bemoeien met besluiten die door de verte-
genwoordigende organen worden genomen. Spreker hecht eraan te zeggen dat
hij het een groot goed vindt in dit land dat die mogelijkheid bestaat.
De heer Solleveld zegt dat het niet goed mogelijk is één van de poten van
het plan er onderuit te halen. Daar kan men vraagtekens bij plaatsen en
dat weet de heer Solleveld ook welDe sportzaal staat er bijvoorbeeld nog
niet en als men iets weghaalt uit een plan en een goed deei weer invult,
dan doet dat niets af aan de conceptie van een plan. Er zijn inwisselbare
delen. Spreker wijst er alleen maar op dat er varianten zijn ingeleverd:
wel handhaven van een kantine, niet handhaven van een kantine. Dat maakt
nogal verschil, bijvoorbeeld voor het aangezicht van de Blekersvaart.
Het is bepaald niet zo dat er geen inwisselbare delen zijn, ook niet in
het plan Blekersvaartweg/Burgemeester van Lennepweg. De wethouder citeert
de brief van de hoofdingenieur-direkteur, die namens de minister beslist,
handelende over kostenverhogingen en als dat zou optreden dan zouden we
toch maar weer eens kontakt met hem moeten opnemen om te bezien of die
rijksbijdrage gehandhaafd kan blijven. Spreker vindt dat een dermate vage
zin dat men daar alle kanten mee uit kan en waaruit hij in ieder geval
niet de konklusie trekt dat als een deei van het plan tegen de zin van
het daartoe bevoegde orgaan, de gemeenteraadop de één of andere manier
niet kan doorgaan - bijvoorbeeld omdat een gemeenteraad gezien de bezwaar-
schriften er meer belang aan hecht dat dan maar de woningbouw alleendoor-
gaat - de rijkscenten niet komen. Als dus die kostenverhoging optreedt
tegen de zin van de gemeenteraad dan lijkt het hem zelfs van onbehoorlijk
bestuur getuigen als een H.I.D. zou zeggen dat men nu ook niet de bijdra-
ge krijgt. De wethouder zegt vervolgens dat. het college principieel on-
juist zou handelen als het bij voorbaat een andere koers zou varen als
waartoe de raad besloten heeft. Spreker stelt voorop het juist te vinden
dat het college zich houdt aan raadsuitspraken. Hij vindt het dus ook
juist dat het college streeft naar realisering van de eerste fase van het
plan, zoals nu éénmaal door de meerderheid van de raad is uitgesproken
dat het zou moeten gebeuren. Dat is logisch. Die raadsbeslissing ligt er
en als het college daarnaar streeft dan doet het niet anders dan wat de