268
ogen van haar fraktie van een heel grote verantwoordelijkheid van de bur-
gers getuigen dat zij ook de sociale konsekwenties meewegen en dat het
vormgeven aan die verantwoordelijkheid ook zou kunnen gebeuren door even-
tueel bezwaarschriften in te trekken.(gelach in de zaal). Spreekster had
deze lach verwacht, maar het neemt niet weg dat zij het graag duidelijk
naar voren wil brengen. Op de vraag van de heer Borghouts wat haar frak-
tie zal doen als het eventueel tot vertraging van de woningbouw zou lei-
den, hoeft spreekster niet te vertellen dat het haar bijzonder zou spij-
ten als dat punt aan de orde zou komen. Mocht het wel aan de orde komen
dan kan zij niet anders zeggen dan dat haar fraktie op dat tijdstip en
op die gelegenheid zich daarover zal beraden.
De heer Solleveld is *>et met de heer Borghouts eens dat men enkele
elementen uvt een~pTan kan halen. Alleen zal de heer Borghouts het met
spreker eens zijn dat het ervan afhangt welk element het is: is het een
belangrijk element dan zakt het plan in elkaar; is het een klein pootje,
een aanhangseldan loopt het door en dan wordt het toch wel gerealiseerd
zonder al te grote ingrepen. Wat dat betreft, als de heer Borghouts met
het voorbeeld sporthal komt, die er ook af zou kunnen en dan gaat het ook
doordan vindt spreker dat voorbeeld nu juist niet zo gelukkig gekozen,
maar misschien was een ander voorbeeld ook veel moeilijker.
Verder heeft spreker niet beweerd en hij wil het ook niet beweren, dat
P.H. de motor achter bezwaarschriften zou zijn of daar enige assistentie
bij zou geven. Spreker gélooft en hij herhaalt wat hij al gezegd heeft,
dat als de raad duidelijk geweest is over een verplaatsing van Albert
Heijn - er is een meerderheid van de raad geweest - dan vindt spreker het
een stuk onduidelijkheid scheppen - en hij heeft dat P.H. in zijn eerste
betoog verweten - in dit stadium, wanneer de bezwaarschriftenprocedure
nog op gang moet komen, om dan al bij de burgers de indruk te wekken -
want zo komt het op spreker over - dat er op voorhand reeds tot een ont-
koppeling van deze twee zaken zou kunnen worden overgegaan. Daarom ge-
looft hij dat dit onjuist is, hij gelooft dat dit als raadslid, of als
raadsfraktiede verantwoordelijkheid uit de weg gaan is, want juist een
raadsfraktie en een raadslid is in staat om de samenhang van de zaken te
bekijken en ook de financiële konsekwenties van bezwaarschriften enzo-
voort. Daarom vindt spreker het in tggenstel1ing tot wat mevrouw Karssen
gezegd heeft, die een beroep doet op de verantwoordelijkheid van de bur-
gers, in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de raad om niet de
indruk te wekken tegenover de burgers dat die twee zaken eenvoudigweg los-
gekoppeld kunnen worden.
Spreker eindigt met de opmerking dat zijn fraktie het eens is met de heer
Borghouts inzake de wensen dat de toekomstige bewoners zo snel mogelijk in
hun nieuwe huizen zullen trekken en spreker gelooft dat hij dubbel blij
mag zijn dat juist een V.V.D.-wethouder de motor achter de hele snelle pro-
cedure is om dit plan te verwezenlijken.
Wethouder Arnoldy antweordt op de filosofie van de heer Borghouts ter-
zake van de mogelijkheid van onbehoorlijk bestuur van de rijksoverheid
indien zij de gehele subsidie zou intrekken indien een deel van de eerste
fase zou worden onttrokken aan de uitvoering in die eerste fase, dat spre-
ker denkt dat dit wel zo is, maar dat hij niet heeft gesproken van een ge-
hele onttrekking, hij heeft alleen gesproken over het feit dat het het
college nu niet mogelijk is aan de mate van financiële konsekwenties op
grond van de beschikking van de minister inhoud te kunnen geven. Het is
duidelijk dat er konsekwenties aan verbonden zijn en dat er wellichtook
27 oktober 1983