249
27 oktober 1983
8. Brief van mevrouw E. Creutzberg-BosHerenweg 105, houdenüe beroep-
schrift tegen een aanschrijving woningverbetering ex art. 25 van de
Woningwet.
Burgemeester en wethouders stellen voor het beroepschrift in handen
te stellen van de commissie voor de beroepschriften.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de voorstellen van
burgemeester en wethouders, vermeld onder de punten 7 en 8, besloten.
9. Brief van het Landelijk Energie Komitee inzake de Nederlandse deelna-
me aan het Kalkarprojekt.
Burgemeester en wethouders stellen voor de brief voor kennisgeving
aan te nemen (behoudens gunstig advies van de commissie voor algemene
bestuurszakenWethouder Van Amerongen is tegen.
Mevrouw Lindeboom is het niet eens mef het voorstel om deze brief
voor kennisgeving aan te nemen. Haar fraktie is er voorstandster van
om het in die brief gedane voorstel op te volgen.
De raad van Heemstede heeft in 1974 een soortgelijke oproep gedaan aan
de Eerste en Tweede Kamer inzake zijn ongerustheid over het Kalkar-pro-
jekt en de Nederlandse deelname daaraan.
Nu is er een soortgelijk verzoek van het Landelijk Energie Komitee en
spreekster heeft de indruk dat het niet zo'n slecht idee zou zijn om dat
nog eens te doen. Sinds 1974 zijn er twee dingen veranderd. Ten eerste
zijn de gelden die nodig zijn om het Kalkar-projekt te steunen niet meer
terug te vinden in onze energietarievenTen tweede is sinds 1974 duide-
lijker dan in 1974 geworden dat het Kalkar-projekt een wespennest is.
Zij denkt niet dat men een tegenstander van kernenergie hoeft te zijn
om een tegenstander te zijn van Nederlandse deelname aan het Kalkar-pro-
jekt. Zij las in het ambtelijk advies dat de VNG daarover geen standpunt
wiI înnemen omdat het zaken zouden zijn die niet direkt de gemeenten ra-
ken. Spreeksters fraktie vindt dat jammer omdat zij denkt dat de Neder-
landse regering inzake het Kalkar-projekt onder een ontzettend hoge druk
zal komen te staan om die deelname aan dat projekt te handhaven en men
hoeft geen tegenstander van kernenergie te zijn om te menen dat het Kal-
kar-projekt een uit de hand gelopen projekt is. De deelname van Neder-
land aan dat projekt zou inmiddeis 1,1 miljard bedragen. Zij vindt dat
men in deze regelrecht van een financiële ramp kan spreken. Zij denkt
dat de Nederlandse regering enige druk van onderaf zelfs wel - maar dat
hangt van een deel van de regering af - op prijs zou kunnen stellen en
zij begnjpt ook niet waarom gemeenten daarover niet duidelijk zouden
zijn naar hun regering toe.
De heer Van der Hulst merkt op dat eigenlijk het verzoek aan de ge-
meenteraad van üeemstede is gericht om een oordeel te geven over het
al of niet doorgaan met het Kalkar-projekt. Over dat Kalkar-projekt zijn
in de loop der jaren op regeringsniveau vele afspraken gemaakt en zijn
er kontrakten gesloten. Het is daarom niet zo'n eenvoudige zaak om te
beoordelen of voortzetting of stopzetting tot de mogel ijkheden behoort.
Toen 9 jaar geleden het Kalkar-projekt - maar dan in een andere vorm -
în deze raad besproken werd heeft de toenmalige C.D.A.-fraktie het
standpunt ingenomen dat het een onderwerp was waarbij men eigenlijk van
een raad, in dit geval de Heemsteedse raad, in gemoede niet mocht ver-
wachten dat hij voldoende deskundigheid in huis zou hebben om daarover
een afgerond oordeel te hebben.