24 november 1983
319
nodig zullen houden. Er komt een moment dat men in deze voorzieningen
echt niet meer op een verantwoorde wijze kan snijden.
Spreker voegt daaraan toe dat voorzover het uiteraard van het college
mag worden verlangd het de grootst mogelijke matiging zal betrachten
ook in die zin dat het tracht de kosten zo laag mogelijk te houden; dat
het dus de efficiëncy goed in de gaten houdt, kortom op alle mogelijke
manieren zal geprobeerd moeten worden eerst zijn eigen best te doen voor-
dat men eventueel rekeningen naar buiten gaat presenteren.
Spreker doet niet anders dan een filosofie weggeven, want deze zaken zul-
len op een later tijdstip uiteraard wel op de raad afkomen, ook op het
college trouwens en dan zal men zich daar nader over moeten bezinnen,
maar het leek hem wel goed om wat het college hierover in de aanbiedings-
nota heeft gezegd op deze wijze nog eens wat nader te adstrueren.
Mevrouw Bierman stelde dat de gemeente haar tarieven en rechten en ook
de onroerend-goedbelasting de afgelopen jaren eigenlijk min of meer auto-
matisch heeft verhoogd en van dat automatische mag in de toekomst wathaar
betreft niet verder sprake zijn. Met dat laatste is spreker het eens.
Of we in het verleden zo automatisch hebben verhoogd waagt spreker overi-
gens te betwijfelen. Onze tarieven waren ook sterk ingebed door richtlij-
nen van bovenaf, het tarievenbeleid van de rijksoverheid is voor ons in
het verleden ook vaak richtingbepalend geweest. Er is ook op bepaalde mo-
menten wel eens besloten daar van af te wijken, df naar boven öf naar be-
neden, in het kader ook van onze eigen beleidsvoornemens. In dat verband
wijst spreker bijvoorbeeld op het dekkingspercentage bij de begrafenis-
rechten dat de raad ooit eens heeft uitgestippeld en in het streven daar-
naar was dan wel een wat hoger tarief nodig.
Van dat automatisme was in het verleden eigenlijk toch geen sprake, maar
hij meent met mevrouw Bierman dat we daar in de toekomst ook zeker niet
naar toe zullen moeten. Spreker heeft bij het C.D.A. de vraag beiuisterd:
het profijtbeginsel wordt in sterke mate geponeerd en welke mogelijkheden
ziet u in dat verband? Hij is op dat punt al impliciet ingegaan en denkt
dus dat de mogelijkheid om tarieven en rechten aan te passen gewoon ge-
ring is omdat dit altijd een beslag zal betekenen voor de burgers en dat
beslag willen we liever niet leggen omdat dat al groot genoeg is, maar
er kan een situatie komen dat men er echt niet onderuit kan en dan zal
men zich nader op de situatie moeten bezinnen.
Voor wat de huisvuilrechten betreft is het dekkingspercentage thans 63%.
Er zijn gemeenten die wat dat betreft lager zitten en er zijn ook ge-
meenten die hoger zitten. Spreker heeft begrepen uit de filosofie van de
rijksoverheid dat men daarbij aan 85% zou kunnen denken.
Bij de begrafenisrechten zitten we daar al zo ongeveer. Op de vraag wel-
ke mogelijkheden er nog zijn antwoordt spreker, dat er op zich technisch
gezien nog wel mogelijkheden zijn, maar dat het beleidsmatig gezien aan-
zienlijk moeilijker ligt. Men kan natuurlijk ook aan de tarieven van bij-
voorbeeld sportakkommodaties enzovoort denken. Maar ook dan betekent een
sterkere toepassing van het profijtbeginsel voor de burgers een groter
beslag. Dan zijn we weer terug bij "af", want in principe wil niemanddat
graag. Het C.D.A. stelde de vraag, als men toch tot verdere toepassing
van het profijtbeginsel genoodzaakt is, in hoeverre men dan aan het draag-
krachtbeginsel - dat in onze doelstellingen nog altijd is opgenomen - in-
houd kan geven. Spreker denkt dat deze beide beginselen elkaar niet bij
voorbaat hoeven uit te sluiten. Het zou bijvoorbeeld mogelijk zijn -
spreker zegt niet dat er geen technische en praktische bezwaren zijn en
de vraag of men die kant uit wil laat hij dan ook even buiten beschouwing