321
om dat dan te laten samenvallen met de aanbiedingsnota van het college
in maart wil het college graag overnemen, dat lijkt hem wel een zinnige
gedachte. Er zou zich één klein praktisch bezwaartje kunnen voordoen,
namelijk dat het voor de werkgroep heroverwegingdie in de eerste maan-
den van het jaar bezig is, dan misschien wat minder duidelijk is tot hoe-
ver zij zai moeten gaan met het aangeven van mogelijkheden tot bezuini-
ging, maar dat is niet voldoende zwaarwegend om het idee van mevrouw
Bierman, dat aantrekkelijk is omdat men dan niet drie keer in een jaar
financieel bezig hoeft te zijn maar dat kan beperken tot twee keer en
bovendien aantrekkelijk is omdat het de nodige inzage geeft als de raad
zich zet aan het formuleren van nieuwe projekten en dergelijke en de
prioriteitstel1ing daartussen, af te wijzen.
De heer Van der Hulst heeft herinnerd aan beleidsintentie nummer 16 en
heeft gevraagd of het college van plan is daar binnen afzienbare tijd
uitvoering aan te geven. Spreker wil beloven - dat is de planmatige toe-
deling van het totaal aan subsidies voor die sektoren waar daar nog geen
sprake van is - dat het college er zijn uiterste best voor zal doen om
zich binnen afzienbare tijd te bezinnen op de vraag hoe het dat zou moe-
ten aanpakken, want het is nog niet zo eenvoudig, het vraagt waarschijn-
lijk ook een heel stuk kapaciteit en zeker in de sfeer van de uitvoering
komt er nogal het één en ander kijken.
Mevrouw Bierman heeft nog een kanttekening geplaatst bij de planning van
het g.t.b. Zij vond het een goede zaak dat zo'n g.t.b.-planningde plan-
ning dus van de grote openbare werken inklusief de verkeersprojektenniet
alleeh nu heeft plaatsgevonden maar ook dat het eigenlijk jaarlijks zou
moeten gebeuren en dat er ook publikatie aan zou worden gegeven.
Spreker wijst er echter op dat de gemeentelijke beleidsplanning centraal
moet staan en dat de planning van het g.t.b. een afgeleide moet zijn van
de gemeentelijke planning. De planning van het g.t.b. mag niet tot een
stuk verzelfstandiging komen. Het zijn geen twee afzonderlijke zaken die
los van elkaar staan. Bepalend en maatgevend is onze eigen gemeentelijke
beleidsplanning, de prioriteitstelling tussen de projekten die de raad
heeft gesteld en de definitieve vaststelling van projekten die in uit-
voering kunnen worden genomen. Het feit dat de planning van het g.t.b.
nu een keer afzonderlijk aan de orde is gekomen vloeide voort uit de bij-
zondere omstandigheid, dat het college op een gegeven moment moest kon-
stateren dat veel dingen tegelijkertijd kwamen en dat er een kapaciteits-
probleem ontstond. Men mag echter na deze éénmalige bijstelling verwach-
ten dat de planning van het g.t.b. weer gewoon in het verlengde van de
gemeentelijke planning gaat lopen. Het college heeft dus wat moeite met
de suggestie van mevrouw Bierman om die planning elk jaar bij te stellen
en zeker om die te publiceren. De publikatie van onze voornemens is wel
op zijn plaats, maar dan allemaal vanuit de echte gemeentelijke beleids-
planning. Mevrouw Bierman heeft gezegd dat onze beleidsplanning er mede
schuldig aan zou kunnen zijn dat er wat irritatie bij de burgers ontstaat,
irritaties wanneer men moet ontdekken dat zaken die allang in de "picture"
zijn, zaken waarover al toezeggingen zijn gedaan, toch op een gegeven mo-
ment opeens blijken öf niet uitgevoerd te kunnen worden öf op een veel
langere baan te worden geschoven. Spreker is geneigd haar op dat punt toe
te geven, hij denkt dat dit inderdaad dan ook als een nadeel van onze wij-
ze van werken zou kunnen worden gezien. Toch gelooft hij dat dit nadeel
niet zo doorslaggevend is dat om die reden wijzigingen zouden moeten wor-
den aangebracht, dat heeft mevrouw Bierman overigens ook niet voorgesteld.
Verder heeft mevrouw Bierman het pleit gevoerd en dat ziet zij ook als
24 november 1983
