331 feuille van het probleem zelf ervaart - een groeiende bereidheid kleiner te gaan wonen. Hierbij zijn echter zeer vaak economische redenen de oor- zaak van de door bewoners gestelde vraag. Inderdaad plaatst hij ook - dat zegt hij in alle voorzichtigheid - vraagtekens bij de ogenschijnlijk elkaar tegensprekende onderzoeksresultaten van respektievelijk de Inven- tarisatienota Beleid voor Ouderen en het Regionaal Onderzoek. De heer Borghouts stelt in zijn betoog de vraag een woningbehoefteonderzoek te laten uitvoeren. Dat is zeer zeker een te overwegen aktiviteit, wellicht tevens belangrijk om naast andere elementen te gebruiken als basisgege- ven voor de eerder aangeduide toekomstvisie. Het college stelt zich voor de door de heren Van der Hulst en Borghouts genoemde problemen en aanbevelingen mee te nemen bij zijn studie, die overigens moet voeren tot een beleid waarbij de in de betogen aangestip- te belangen zowel ten aanzien van ouderen als jongeren, het streven naar een evenwichtige samenstel1ing van de bevolking en het instandhouden van het huidige inwoneraantal van circa 25.000 als doelstelling worden geko- zen en op haalbaarheid getoetst. Vanzelfsprekend zal het de woningbouw- corporaties daarbij betrekken. Natuurlijk zal het college ernaar streven een werkbaar stuk zo snel mogelijk te produceren, liefst in het komend jaar. Dat zou bovendien van belang zijn in verband met de gefaseerde ont- wikkeling van het plan Blekersvaart. Voor de tweede fase 1986-1987 zouden dan indien mogelijk en wenselijk, bepaalde uitkomsten of beleidsaanpassin- gen ook daarin kunnen worden verwerkt. Spreker gelooft dat de drie frakties in hoge mate blijk geven aan te voe- len dat het college ten aanzien van de huisvestingsvormen aansluiting moet zien te vinden bij mogelijke evoluties in het behoeftepatroon bij de be- volking, waarvan het de meest verkieslijke richtingen nog niet kent. Het alle overtuiging voor de noodzaak ervan brengt spreker wellicht ten overvloede onder de aandacht van de raad, dat dit voor onze toekomst zeer belangrijk onderzoek een stevig tijdsbeslag op onze ambtelijke staf zal leggen. Hij kan dan ook nu in alle redelijkheid geen toezegging doen met betrekking tot de haalbaarheid in de tijd, nauwkeurig welke maand en wel- ke produktielijn men daarin mag verwachten. De leden van de raad zijn op de hoogte van het zware prograinma waarmee onze mensen dagelijks intensief bezig zijn, zowel ter secretarie als bij het g.t.b. De woningbouw bij de Blekersvaart, Merlenhoven en de Indische wijk moeten van de grond komen. De mensen zijn zeer enthousiast bezig en met succes. Er is nog geen minuut achterstand in het in feite zeer straf- fe programmaDe heer Van der Hulst brengt terecht hulde aan de ambtena- ren die zich ten volle aan deze uitdaging geven. We moeten bouwen, dat is ons devies. Een wat simpeler benadering dan de heer Schaefer, wethouder van volkshuisvesting te Amsterdam, kiest als hij zich op wat onparlementaire wijze als volgt uitdrukt: "In geouwehoer kan je niet wonen". Zo is ook de sfeer bij onze diensten, ondanks redelijk zwaar drukkende procedures die deel uitmaken van de ruimtelijke ordening- wetgeving. Niettemin waar de raad om vraagt is volstrekt redelijk en ge- wenst en het college zal zijn best doen. Het college is verheugd dat het in het plan Blekersvaart drie fasen van ontwikkeling kent. Dat houdt althans voor dit plan de mogelijkheid tot flexibel werken open. Dat zal ook nodig zijn tengevolge van de ongewis- heid op het terrein van te ontvangen kontingenten in de verschillende fi- nancieringskategorieënHoe prettig en redelijk eenvoudig werken zou het zijn indien men jaarlijks de H.I.D. - de hoofdingenieur-direkteur van de volkshuisvesting die aan de kassa zit van kontingenteringen - slechts een bestelorder van woningwet-, premiehuur- enzovoort zou behoeven op te gevea 24 november 1983

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1983 | | pagina 37