338
24 november 1984
om îets te doen aan de jeugdwerkloosheidarbeidsplaatsen gecreëerd zouden
kunnen worden en dat het wat dat betreft in een enigszins andere sfeer zit
dan de aktiviteiten die tot op heden door de gemeente zijn ondernomen op
dit terrein. Spreekster zou er de voorkeur aan geven en dan hoopt zij dat
e wethouder zich dat niet persoonlijk aantrekt, als zoveel als mogelijk
onze maatregelen gerealiseerd zouden kunnen worden buiten de sfeer van het
sociaal-cultureel werk, sociale zaken enzovoort. Niet omdat zij het niet
waardevol vindt en haar fraktie onderschrijft wat daar gebeurt, maar omdat
zij van mening îs dat emotioneel het begrip "arbeid" toch nog steeds ar-
beid inhoudt en niet iets geheel anders. Het begrip wijzigt zich wel de
învulling daarvan verandert, de opvattingen daarover veranderen, men praat
ook over deeltijdarbeidnien praat over minder arbeid, er zijn allerlei
varianten denkbaar, maar het blijft toch altijd nog arbeid wat men wenst
en niet enige vorm van vervanging van arbeid, althans niet als eerste keus.
En al het mogelijke wat wij kunnen doen om die kansen op echte arbeid te
geven, zoveel mogelijk ook derhalve in de marktsektor, die moet men denkt
z^j grijpen en in dat verband is zij tevreden met de toezeggingen van de
wethouder economische zaken over de te ondernemen kontakten en qesprekken
met de Kamer van Koophandel.
De voorzitter heeftgesproken over de inspraakervaringen en dat het geen
gemakkelijke zaak is. Inderdaad is het een volstrekt subjektieve beoorde-
ling van spreeksters kant en is ook helemaal niet gericht - dat heeft zij
ook gelukkig uit het antwoord van de voorzitter begrepen - op enige kritiek
in de richting van het college. Integendeelhaar fraktie is vaak vol be-
wondering voor de wijze waarop de leden van het college deze avonden leiden
en voorzitten, maar is toch bezorgd dikwijls over de gang van zaken enover
naar haar mening het geringe succes.
Wat men ervan verwacht kan natuurlijk ook zeer verschillend zijn.
Zij hoopt dan toch altijd dat dit soort avonden inderdaad ook een soort van
toenadering teweeg brengen tussen burgers onderling, tussen verschi1lende
standpunten gezichtswijzen of visies die leven in straten ten aanzien van
bepaalde problemen tussen burgers onderling derhalve en tussen burqers en
het gemeentebestuur aan de andere kant.
Zij vindt het dan teleurstellend als dat niet lukt. Zeker is het natuur-
lijk volstrekt irreeel en ook niet wenselijk om ervan uit te gaan dat men
met het volgen van een dergelijke procedure voorkomt dat mensen in beroep
gaan. Dat îs natuurlijk een hele legitieme zaak en dat zal ook nooit ver-
anderen. Oyerigens heeft spreekster alleen maar willen aangeven dat wat
0 de vertraging van projekten geen gunstiqe invloed op de qanq
van zaken heeft, mensen zijn vaak al zeer verbolgen voordat ze hier het
gebouw binnenkomen. Een ander punt dat zij toch ook nog weer eens in'
overweging zou willen geven is de mogelijkheid om avonden, die over noqal
precaire onderwerpen gaan, te laten voorzitten door een onafhankelijk voor-
zitter. Zij vond dat wat zij er van meegemaakt heeft toch een ervarinq die
zij niet zondermeer van de hc.nd zou willen wijzen. Zij gelooft dat het
voordeel heeft om iemand achter de tafel te laten zitten die volstrekt
geen partij îs maar zeer terzijde bij het gebeuren is betrokken.
De voorzitter: "Is dat een fraktiestandpunt?"
Mevrouw Bierman: "Zeker". Zij zegt niet dat men dat in het vervolq al-
J nloe doen> maar geeft toch in overweging om daar bij gelegenheid noq
eens aan te denken. De heer Borghouts heeft zijn betoog beëindigd met het
solîdariteitsbegrip. Spreekster zou de heer Huizinga willen citeren waar
de P°1itteke zeden beschrijft en dan zegt: "Een geest van kameraadschap