e atd' 25 november 1983 128
h. degene, die de dienst van een gemeente of lichaam verlaat zonder
aanspraak op pensioen of wachtgeld, doch die bij zijn ontslag uit-
zicht heeft op een binnen 5 jaar ingaand ouderdomspensioenindien
hij op de dag voorafgaande aan het ontslag deelnemer in het insti-
tuut was en het bestuur van mening is dat er aanleiding is zijn
deelnemerschap te bestendigen.
3. Het bestuur kan onder door hem te stellen voorwaarden als deelnemer
toelaten degene, die als gevolg van het bepaalde in artikel 3 of 4,
"rste of tweede lid, of artikel 9 niet meer voor het deelnemerschap
of het gezinslidmaatschap in de zin van deze regeling in aanmerking
komt, indien in zijn geval sprake is van zodanige omstandigheden dat
het m'et verwerven van het deelnemerschap tot gevolg heeft dat het
vo°r hem in zijn situatie niet mogelijk is zich op redelijke wijze
te verzekeren tegen ziektekosten en kosten verband houdende met ziek-
te.
4. Op de deelnemers, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, is het
bepaalde in de artikelen 3, onder b, c en d en 9 van overeenkomstige
toepassing.
5. Het verzoek om toelating overeenkomstig het eerste en tweede lid wordt
gedaan door het gemeentebestuur dan wel door het bestuur van het
lichaam; het deelnemerschap ingevolge het tweede lid gaat, tenzij het
wordt verkregen op grond van de rechtspositieregeling van betrokkene,
met m dan na afgelegde verklaring van volledige aanvaarding dezer
regeling door hem wiens toelating is verzocht.
Artikel IV.
Artikel 5 wordt vervangen door een nieuw artikel 5, luidende:
Van het deelnemerschap is uitgezonderd
a. degene, die deelnemer is in de zin van het Besluit geneeskuidige ver-
zorging politie 1971 of het Besluit geneeskundige verzörging nood-
wachters;
b* het Pers°neel bij een instelling van onderwijs, behoudens het bepaal-
de in artikel 4, eerste lid, onder c;
c. degene, bedoeld in artikel 3 en 4, eerste lid, die door het gemeente-
-6-