2e afd. 25 november 1983 128 doet van alle aanspraken, die hij terzake van ziektekosten of kosten verband houdende met ziekte van de echtgenoot zal kunnen maken en op voorwaarde, dat blijkens een schriftelijke verklaring de echtgenoot met deze afstand van aanspraken instemt. De verklaring van afstand door de deelnemer en de verklaring van instemming door de echtge- noot moeten bij de aanmelding bij de administratie van het insti- tuut worden overgelegd; c. het kind, pleegkind of aangehuwd kind van de deelnemer tot de ieef- tijd van 18 jaren, dat tot zijn huishouden behoort; het kind, pleeg- kind of aangehuwd kind van de deelnemer in de leeftijd van 18 jaren of ouder doch jonger dan 27 jaren, dat in belangrijke mate op zijn kosten wordt onderhouden en waarvan op een door het bestuur aan te geven wijze blijkt dat de voor werkzaamheden beschikbare tijd gro- tendeels in beslag wordt genomen door of in verband met het volgen van onderwijs of van een beroepsopleiding d. de bloed- of aanverwant tot in de tweede graad van de gehuwde deel- nemer, indien hij - naar het oordeel van het bestuur-, bij ontsten- tenis of blijvende of langdurige ziekte van zijn echtgenoot, bij hem inwonend, zijn huishouden verzorgt en grotendeels te zijnen las- te komt; e.- de bloed- of aanverwant tot in de tweede graad van de ongehuwde deel- nemer, indien hij - naar het oordeel van het bestuur - bij hem inwo- nend, zijn huishouden verzorgt en grotendeels te zijnen laste komt. 2. Niet of niet meer wordt degene, bedoeld in het eerste lid, als gezins- lid aangemerkt: a. die aanspraak kan maken op gehele of gedeeltelijke tegemoetkoming in de premie van een ziektekostenverzekering of op gehele of gedeel- telijke geneeskundige verzorging of op gehele of gedeeltelijke ver- goeding van de kosten daarvan; b- voor wie uit hoofde van enige wettelijke regeling aanspraak gemaakt kan worden op gehele of gedeelteiijke geneeskundige verzorging of op gehele of gedeeltelijke vergoeding van kosten daarvan; c. op wie artikel 3 van de Ziekenfondswet van toepassing ware geweest indien de in dat artikel bedoelde loongrens niet was overschreden; d. die een zelfstandig beroep of bedrijf uitoefent.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1983 | | pagina 105