verschillende jeugdigen werkzaara bij onze geineente d.m.v. een loon-
kostensubsidie via de werkgelegenlieidsverruiniende maatregel (W.V.H.)
Tevens wordt inedewerking verleend aan het door de Stichting 't Oude
Posthuis georganiseerde project "brugjaar schoolverlaters". Deze
medewerking bestaat uit gedeeltelijke subsidiëring van het project
en uit deelname van de zijde van de gemeente aan de overleg werk-
groep brugjaar schoolverlaters
Wij zijn voornemens om ons beleid terzake voort te zetten en zo
mogelijk uit te breiden.
112.2. Sociale Zaken.
Er blijtt een stjging te constateren van de personen, die een beroep
doen op de Rijksgroepsregeling Werkloze Werknemers (R.W.W.) en Wet
Werkloosheidsvoorziening (W.W.V.
Ooor de maatregel van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgele-
genheid (circ. van 7 juni 1983, nr. 520.77) tot beperking van het
recht op W.W.V.-uitkering voor beneden 23-jarigen, in werking ge-
treden per 1 juli 1983, zijn per deze datum 35 personen vanuit de
W.W.V. overgegäan naar een R.W.W.-uitkering.
Konien de W. W. V-ui tker ingen voor 100% voor rekening van het Rijk,
de RW.W.-uitkeringen worden voor 90% door het Rijk vergoed. De
overblijvende 10% komt voor rekening van de gemeente.
Waren in het 2e kwartaal 1982 81 personen opgenomen in de R.W.W.,
in het 2e kwartaal 1983 waren dit er 108. Voor 1984 wordt een stij-
ging verwacht van 30%.
Ilet aantal W.W.V.-ers is ook toegenomen. In het le kwartaal 1982
waren dit 76 personen en in het le kwartaal 1983 reeds 148 personen.
Voor 1984 wordt hier een stijging verwacht van 40%.
Ilet aantal in inrichtingen opgenomen personen zal practisch niet toe
nemen.
Voor 1984 is rekening gehouden met een prijsstijging van de pension-
kosten met 3%.
Ilet aantal personen, dat een uitkering ontvangt op grond van de
A.B.W. blijft vrijwel constant.
Door de enorme druk op het bureau Sociale Zaken in verband met de
grote toename van het aantal uitkeringsontvangers kan, hoewel hier-
naar wordt gestreefd, niet volledig worden voldaan aan de in april
1982 uitgebrachte nota "tluidig en toekomstig functioneren van het
bureau Sociale Zaken