361
suggesties die het college zelf reeds in zijn beantwoording heeft laten
doorklinken.
Spreker merkt op dat als het over normen gaat, die normen moeten zijn
opgesteld op grond van een aantal faktoren die aanleiding hebben gegeven
tot die normen. Als men in de faktoren wat wijzigt dan veranderen natuur-
lijk ook de normen. Die deskundige speelmogelijkheidof mutatiemogelijk-
heid, zit wel degelijk ingebakken in onze woonnota. Dus als zodanig heeft
hij een vrij behoorlijk lange levensduur in toepasbaarheid. Dat neemtniet
weg dat het college natuurlijk niet zover gaat dat het de uitkomsten van
die woonnota nu nog geheel ongewijzigd als absolute waarheid mag aanvaar-
den. Gisteravond is uitputtend gesproken over de wenselijkheid om ons te
herbezinnen. Dat is een gedachte die ook wel degelijk bij het college
reeds leeft en is door de fraktievoorzitters ieder op eigen wijze nader
onder de aandacht gebracht.
Op welk moment het college met die woonnota aan de gang gaat, daarvan ge-
looft spreker dat het juiste tijdstip is als het meer gegevens heeft.het-
zij op grond van een in te stellen woonbehoeftenonderzoekwaar de heer
Borghouts voor pleit, hetzij met het door laten werken van provinciale
nota's terzake van woningbehoeftewaarbij spreker bijvoorbeeld herinnert
aan de heel belangrijke nota die thans wordt voorbereid door de provincie,
"bouwen en wonen", welke nota straks als het basisgereedschap voor toe-
komstige kontingenteringen zal dienen; al deze gegevens zullen bijzonder
belangrijke bouwstenen zijn voor onze toekomstige visie.
Een gelukkige faktor is dat wij althans voor de Blekersvaart in drie fasen
werken. Voor de eerste bouwperiode liggen de cijfers vrijwel vast, er is
nog wel in te bewegen, maar wat men neerzet is altijd raak, het voorziet
altijd in een behoefte. Later kan men in de tweede fase beter differen-
tiëren en dan hoopt het college ook meer gegevens te hebben.
Terzake van de gekozen verhoudingen Blekersvaart is het uitgangspunt -
spreker gelooft dat mevrouw Karssen daarover andere,cijfers noemdespre-
ker heeft de ambtelijke notitie die hij voor waar aanneemt - 15:60:25
voor 2-, 3- en 4-kamerwoningenDat is gerelateerd aan het programma van
eisen en dat is het gegeven dat spreker thans hanteert. Maar erg belang-
rijk is het niet want het college zal bij de verdere ontwikkeling met
Nevanco, mede gelet op die trend van een iets groter kwantum, meer in de
richting var de 3-kamer in plaats van op de 2-kamerwoningen gaan, op grond
ook van de gebleken behoefte en de waarnemingen daarover vastgesteld door
onderzoeken van de zijde van Haarlem. Men zal zich bovendien ook onzeeis
- dat is een woonkwaliteitseis - van vergroting van het vierkante meter-
vloeroppervlak van de woonkamer herinneren. A1 deze gegevens en alle ge-
formuleerde eisen moeten nog worden doorgesproken en daar krijgt de raad
onherroepelijk nog alles van te zien.
Tenslotte zegt spreker dat het college het Wilma-onderzoek voor kennis-
geving heeft aangenomen, hoewel dat bepaald niet zo'n oppervlakkig onder-
zoek was, maar het hecht thans aan de iets ruintere jas van de woonnota,
want daar kan men zich minder aan "bezeren".
Mevrouw Karssen meent zich ten aanzien van de cijfers die zij noemde
naar de invülling van het Blekersvaartgebied inderdaad te herinneren dat
het 25% 2-kamerwoningen waren, 60% 3-kamerwoningen en 15% 4-kamerwoningen.
lloe het ook zij, zoals mevrouw Noorman al stelde, zijn we er bewust van
âfgeweken. Dat is dan een bewuste keuze, maar betekent wel dat we natuur-
lijk niet de uitgangspunten van de woonnota voor dit gebied ingevuld heb-
ben. Spreeksters pleidooi was er enigszins op gericht dat de normen zo-
als die in de woonnota aangegeven zijn goed overeenkomen met de wensen
25 november 1983