372
25 november 1983
ideeën verwacht zij daar niet van.
Wethouder Arnoldy zal niet uitputtend stilstaan bij de essentiële
elementen die door spreeksters zijn genoemd en die eigenlijk gister-
avond zijn behandeld. De finale konklusie was toch dat het coliege zich
in de opstellingen van de door de fraktievoorzitters uitgesproken be-
toog zeer wel kon vinden in het principe en dat alle elementen, door
beide frakties genoemd, zullen worden meegenomen in de studieperiode die
men ingaat. Spreker heeft niet badinerend of gekscherend gesproken over
notities, nota's of memoranda, misschien is het wel een gefaseerd ele-
ment. Mevrouw Van der Pas heeft gezegd dat de evaluatie van de woonruim-
teverordening een eiement kan uitmaken van een diskussie. Maar spreker
wijst erop dat het college zo'n schriftuur maakt uitsluitend om te die-
nen voor inzichtverdieping en besluitvormingsmogelijkheden van de raad.
Wat voor beiang heeft het college voor ogen met deze evaluatie, die al
zo lang geleden is aangekondigd en eigenlijk allang klaar had moeten
zijn? Spreker ervaart in het toewijzingsbeleid inderdaad een stukje for-
nieel werken, waardoor sommige groepen gewoon buiten de prijzen vallen,
waarschijnlijk een konsekwentie die bij het inrichten van de woonruimte-
verordening in het verleden niet in ai zijn konsekwenties werd overzien.
Dat zou aanleiding kunnen zijn tot hetgeen waar juist door mevrouw
Noorman aan is herinnerd, een diskrepantie van de doelstel1ingen zoals
verwoord in de woonnota. Het college wil eens een check maken van de
126 toewijzingen in Merlenhoven. In hoeverre ze statistisch van belang
kunnen zijn kan spreker niet beoordelen. Het college heeft in ieder ge-
val een konsekwente opstelling. Allen weten, zij het in anonimiteit, hoe
de toewijzing van de 126 heeft plaatsgevonden, maar ook welke afwijzin-
gen er zijn geweest en hoe dat percentueel zich verhoudt.
Daaruit wil het college kunnen konklud'ren of Je woonruimteverordening
in zijn werking zich nog weI voiiedig konsekwent en goed verhordt met
hetgeen de raad voor ogen staat. Meer mag men daarvan niet verwachten.
Het wordt geen uitgebreid boekwerk. Ilet is een deel een stap, een inid-
del een gereedschap, dat straks gaat meespelen bij de ontwikkeling van
de visie waar de raad het over heeft en waar ailen een zekere behoefte
aan hebben. Het zou spreker verheugen indien er heel weinig hoeft te ver-
anderen aan de visie zoals eerder vastgelegd in de woonnota, want dat
maakt het alleen maar gemakkelijker
Vraag 36.
Mevrouw Proost vraagt zich af of het feit, dat het college niet van
plan is de wTJITTen noorden van de Eykmanlaan in te richten als woonerf,
ook medegedeeld is aan de bewoners en wel met redenen omkleed.
Wethouder Baar denkt dat dat in de strikte zin van het woord niet ge-
beurd is. Hij neemt aan dat de fraktie de vraag ook uit dat gebied heeft
gekregen en het wellicht ook op haar weg zal liggen om het antwoord, als
de raad er althans mee kan instemmen, terug te spelen.
Voorzover het college is benaderd met betrekking tot deze aangelegenheid
vanuit de wijk, ligt het vanzelfsprekend op de weg van het college om
daar een antwoord op te geven.
De voorzitter zegt dat de vraag voorzover hem bekend in de werkgroep
verkeer aan de orde is geweest, maar dat het advies van de v/erkgroep nog
niet in de vergadering van burgemeester en wethouders is geweest. Dus van-
daar dat het nog niet afgedaan is kunnen worden.
De vraag uitdepolitiek heeft dus de vraag van de inwoners zelf ingehaald.