25 november 1983
377
De heer Borghouts wil, nu er bepaald onwaarheden worden gezegd door
de C.D.A.-früdrnrrëven wat rechtzetten. Noch de V.V.D.-fraktie noch de
P.H.-fraktie willen het continu-rooster doordrammen op één van de open-
bare scholen, integendeeibeide frakties hebben door de jaren heen be-
weerd dat het niet zal gebeuren als er overwegende bezwaren blijven be-
staan bij het onderwijsveld en bij de ouders die het aangaat. Spreker
meent dat hij dit ook namens de V.V.D.-fraktie mag zeggen.
In de tweede plaats is er gezegd dat de enquête uitwijst dat de ouders
tegen zijn. De heer De Bruijn heeft gelijk dat er geen enkele hoop op
is dat als het aan de ouders ligt op de bijzondere scholen een continu-
rooster zal worden ingevoerd. Evenwel bij de openbare scholen ligt dat
bepaald anders en spreker konstateert alleen maar dat zowel de V.V.D.-
fraktie als de P.H.-fraktie vanaf het begin dus heel goed hebben aange-
voeld dat daar een mogelijkheid zit. Vandaar ook dat zij het op één van
die scholen willen.
Wat betreft de doorrekening naar het bijzonder onderwijs heeft het colle-
ge ookdaartoe aangemoedigd door beide frakties die het continu-rooster
steunen, nog eens gevraagd aan het ministerie van onderwijs hoe het met
de doorbetaling zit. Daar wacht het college op. Overigens kontateert spre-
ker dat uit het bijzonder onderwijsveld nog nooit een reaktie is gekomen
op met name een gedachte die een hele tijd geleden is gelanceerd in de on-
derwijscommissieom maar eens een gentlemen's agreement met het bijzonder
onderwijs te sluiten, dat het geen aanspraak zou doen, ook al hebben zij
er misschien recht op, op doorbetaling als het op een openbare school ge-
beurt, want het is dan toch voor een voorziening die zij niet willen en
waarom zou dan het geld daar naar toe gaan.
Wethouder Reeringh konstateert dat alle sprekers hebben herhaald wat
al eerder is uitgesprokenDat is de situatie, dat is ook de resultante
geweest van de inhoudelijke diskussie die er geweest is. Dat impliceert
dat, zoals ook in het persbericht heeft gestaan, er nu een procedurelijn
uitligt die uit verschillende onderdelen bestaat en elk van die onderde-
len hoeft op zich niet belemmerend te zijn als er bepaalde nieuwe feiten
aan de orde zullen komen of oude feiten anders bekeken gaan worden, of
als nieuwe feiten aan het licht komen. Dan zou ook kunnen blijken datelk
van die onderdelen belemmerend kan zijn voor invoering van het continu-
rooster. Maar daar gaat het in deze vraag niet om. De heer Borghouts heef t
dat ook nog eens onderlijnd. De vraag die hier is gesteld door de P.H.-
fraktie is een procedurevraaghet college heeft ook in de lijn van die
vraag een procedureel antwoord gegeven. De heer De Bruijn haalt de circu-
laire van de staatssecretaris aan, die zegt: ik ga er daarbij van uit,
enzovoort. Maar het staat niet in de formele regeling. Vandaar ook dat
het college die vraag heeft gesteld aan het ministerie. Ten aanzien van
het kostenaspekt bestaat nog onduidelijkheidook inhoudelijk, maar dat
is niet de bedoeling van de vrtag goweest, dus spreker acht zich ontsla-
gen van de verplichting om daar nu nogmaals op in te gaan.
De heer De Bruijn acht de zaak heel aktueel vanwege een brief van het
gezamenlijkê hoofdenkontakt van 7 november j.l. De heer Borghouts heeft
gesteld dat het geen doordrammen is. Spreker heeft die woorden niet ge-
bruikt; hij heeft gezegd: stug doorgaan, stug volhouden, tegen beter we-
ten in. Ondanks die brief van het hoofdenkontakt en ondanks dat er een
wet is waarin staat dat de kosten van het overblijven door de ouders moe-
ten worden betaald, wordt er gesproken over het sluiten van een gentlemens
agreement met het bijzonder onderwijs. Als spreker dat allemaal op een rij