351 dreigen. Maar bij voortgaande tariefsverhogingen zal het grote aanbeveling verdienen selektief te werk te gaan, dat wil zeggen dat nien niet alle be- dragen uit een tariefregeling of een verordening automatisch met hetzelfde percentage moet verhogen. Ook daarover is gisteravond uitgebreid gesproken. Voortaan zal men bij een gelijkbiijvend of zelfs dalend inkomensniveau nauwgezet moeten nagaan welke tarieven enzovoort eventueel een extra ver- hoging toelaten en welke eventueel met een lager percentage dan het voor dat jaar gebruikelijke dienen te worden verhoogd of zelfs in het geheel niet. Een lagere verhoging kan geboden zijn ingeval van een onevenredige verhouding tot de geleverde prestaties, dus een afweging tussen nut en of- ferof gewoon omdat een bepaald tarief maatschappelijk onaanvaardbaar hoog is geworden, of als er - wat ook denkbaar is - een alternatief te vin- den is voor de geleverde prestatie. Het lijkt er wel op dat het coilege al een nieuwe gedragslijn aan het vol- gen is. Ondanks dat in het antwoord op vraag 5 gerept wordt over mogelijke extra tariefsverhogingen, heeft het college op wel heel subtiele-wijze be- rekend hoeveel of beter gezegd hoe weinig, de tarieven van de onroerend- goedbelasting voor 1984 verhoogd dienen te worden. Ook de heer Borghouts denkt dat het zou kunnen dat er wat extra verho- gingen van de tarieverTTn de toekomst moeten plaatsvinden. Wat. de opstel- iing van zijn fraktie betreft kan men dat afleiden uit hetgeen gisteravond gezegd is. De mate van instemming van zijn fraktie met dat soort extra ver- hogingen zou best eens kunnen afhangen van de mate waarin met de draaq- kracht rekening is gehouden. De heer Albrecht merkt op dat zijn fraktievoorzitter hetstandpunt van de V.V.D. in deze Tuidelijk heeft uiteengezet. Hij gelooft dat zijn frak- tie de neergelegde suggestie op zich ook aanspreekt en uit de aard der zaak °°k zeer sterk, vödr het toepassen van het profijtbeginsel is. Spreker gelooft dat men met dit soort zaken beter kan afwachtên en zien hoe de zaken straks liggen en dat men daarin ziende duidelijk kan profileren afwegende alle mogelijkheden en onmogelijkhedenwant het is toch een scala van zaken waarvan zijn fraktie zal zeggen wat zij in deze wil. Wethouder Baar denkt dat geen der raadsleden hoopt dat die noodzaak tot extra verhoging zich zal voordoen, we maken ons alleen op dat punt wat zor- gen en voor het overige meent hij dat de suggestie van de heer De Bruijn, om danj als het ooit zover mocht komen, selektief te werk te gaan wat het college betrêft onderschreven kan worden. Dat ligt ook in de lijn met wat thans al aan beleid in dat opzicht is neergelegd. Spreker heeft er goede nota van genomen dat het voor de heer Borghouts ver- schil zal uitmaken, wanneer die noodzaak zich inderdaad voordoet, of en in welke mate daar een toepassing zou zijn van het draagkrachtbeginsel De heer Albrecht stelde primair voorstander te zijn van het profijtbegin- sel. Spreker heeft al gezegd te geloven dat die twee beginselen elkaarniet behoeven te bijten. Wat hem betreft dienen nu de mogelijkheden c.q. onmoge- lijkheden van toepassing op het draagkrachtbeginsel te worden afgewacht. De heer De Bruijn merkt op dat zijn fraktievoorzitter de facetten van het draagkrachtbeginsel gisteravond al uitvoerig aan de orde heeft gesteld. Vraag 13 De heer De Bruijn meent dat deze vraag nogal technisch is beantwoord met helemaa I overe"ënkomstig de bedoeling. Er wordt gevraagd of er alter- natieven onderzocht zijn. En hier is niet zozeer gedacht aan maatregelen 25 november 1983

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1983 | | pagina 3